BIJZONDER PROJECT
De blijvende impact van 23 Dingen
de bibliotheek
leren in
Experimenterend

Jarenlang doorliepen duizenden medewerkers uit Nederlandse bibliotheken het leerprogramma 23 Dingen en ontdekten ze spelenderwijs de mogelijkheden van nieuwe online tools. Hoewel het inmiddels niet meer wordt aangeboden, blijft de geest ervan springlevend. Wat maakte 23 Dingen zo bijzonder? En waarom heeft het programma nog steeds invloed, zelfs nu de digitale wereld er totaal anders uitziet dan toen het werd bedacht?

Door: Rob Coers,
directeur Coers Internet Trainingen & Diensten

Delen van de toenmalige website
zijn terug te vinden bij Internet Archive.

In de jaren dat ik 23 Dingen-trainingen gaf, en ook na de 23 Dingen Deel Dag in de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) in 2011, heb ik uiteenlopende trainingen voor GO opleidingen verzorgd. Een populaire meerdaagse GO-training destijds was Contentcuratie, waarin verschillende Dingen waren verwerkt – denk aan blogs, RSS-feeds, infographics en beeldbewerking. Ook hier ging het om samen experimenteren, weliswaar niet volgens het 23 Dingen-concept, maar wel gewild.

Dingen bij GO

Met trots kijk ik terug op de impact van het programma en op de pioniers die destijds de digitale sprong durfden te wagen

‘23 Dingen was voor mij het startpunt van mijn zzp-loopbaan: het bewees dat je online en op afstand prima kunt werken én ervan kunt leven. Voor organisaties zoals de Zeeuwse Bibliotheek en het archief zorgde het vooral voor bewustwording en minder weerstand tegen nieuwe ontwikkelingen, met name sociale media. Hoewel veel daarvan later weer wegzakte, werd het wel onderdeel van de communicatiemix. Mensen zelf veranderden natuurlijk niet. Nu zie ik bij AI dezelfde weerstand als destijds bij web 2.0, alleen gaat dit veel sneller. Kunstmatige intelligentie komt vanzelf wel binnen, al zou een nieuwe landelijke cursus zeker geen kwaad kunnen.’

(anno 2025 chef beeldbank bij de Zeeuwse Bibliotheek):

We konden niet vermoeden hoe thema’s als online verslaving, desinformatie en polarisatie de digitale omgeving zouden beïnvloeden

#23dingen was jarenlang een populaire hashtag op Twitter (en later X).

‘In 2009 maakte ik via de 23 Dingen-cursus kennis met Twitter. Ruim 15 jaar later kan ik zeggen dat Twitter, naast bloggen, RSS en sociale netwerken, het meest is blijven hangen en mijn leven het meest heeft veranderd, zowel privé als beroepsmatig. Het verbreedde mijn blik, vergrootte mijn wereld en hield me op de hoogte van ontwikkelingen in bibliotheekland en sociale media. Het leverde me bovendien veel waardevolle contacten op, zowel online als in het echt. Dankzij die blijvende interesse in sociale media gaf ik later ook Klik & Tik-cursussen aan ouderen.’

(anno 2025 gepensioneerd,
werkzaam geweest bij Bibliotheek Dommeldal en Bibliotheek Eindhoven):

23 Dingen sloot naadloos aan bij de aard van bibliotheekmedewerkers: nieuwsgierig, dienstverlenend en gericht op kennisdeling

Sociaal netwerken tot leven gebracht tijdens de slotbijeenkomst

Tussentijdse plenaire groepsbijeenkomst met 23 Dingen-deelnemers

Wim van Velzen, directeur OBA, tijdens de 23 Dingen Deel Dag in Amsterdam, 2011

Tijdens de kickoff werkten subgroepen onder begeleiding van een coach aan de eerste Dingen

VAN 23 THINGS NAAR 23 DINGEN
In 2006 ontwikkelde Helene Blowers (Public Library of Charlotte & Mecklenburg County, Verenigde Staten) het oorspronkelijke 23 Things. Met 23 korte, toegankelijke opdrachten wilde ze bibliotheekmedewerkers laten kennismaken met opkomende web 2.0-technologieën, zoals blogs, RSS-feeds, podcasts en sociale media. Deelnemers leerden niet via handleidingen of klassikale trainingen, maar door te experimenteren en hun ervaringen te delen op een persoonlijk blog. Het concept sloeg direct aan en verspreidde zich snel door de VS en vervolgens wereldwijd.

INTRODUCTIE IN NEDERLAND
In 2007 bracht ik het programma naar Nederland; ik vertaalde en adapteerde het voor de openbarebibliotheeksector, waar directies het concept omarmden en duizenden medewerkers enthousiast deelnamen. De werkwijze bleef identiek aan het origineel: lees over een Ding, bekijk voorbeelden, probeer het zelf uit, denk na over toepassingsmogelijkheden binnen jouw bibliotheek en reflecteer in een weblog.

In die periode was ik – van oorsprong informatiespecialist en muziekbibliothecaris – sterk gegrepen door de opkomende wereld van sociale media. Ik gaf trainingen en presentaties en begeleidde talloze bibliotheken in hun leertraject. Met trots kijk ik terug op de impact van het programma en op de pioniers met wie ik samenwerkte en die destijds de digitale sprong durfden te wagen.

Tegelijk zie ik, terugkijkend vanuit het heden, dat de optimistische en onbevangen sfeer van toen niet meer vanzelfsprekend is. We konden niet vermoeden hoe thema’s als online verslaving, sociale vereenzaming, desinformatie en polarisatie de digitale omgeving zouden gaan beïnvloeden. Deze onderwerpen zouden vandaag onmiskenbaar een plek krijgen in een moderne 23 Dingen-training, net als kunstmatige intelligentie, die inmiddels een centrale rol speelt in onze samenleving.

LEREN DOOR TE SPELEN
De kracht van 23 Dingen lag in de speelse en laagdrempelige aanpak. Geen klassikale druk of technische drempels, maar:

● Spelend leren: nieuwsgierig ontdekken en fouten durven maken.
● Zelfgestuurd leren: deelnemers bepaalden hun eigen tempo.
● Reflectie: bloggen stimuleerde nadenken, delen en kennisuitwisseling.
● Erkenning: certificaten en badges maakten groei zichtbaar.

De opdrachten waren compact en concreet, meestal niet langer dan een uur werk. Daardoor konden medewerkers tussen hun dagelijkse werkzaamheden door leren zonder extra belastende trainingsuren. Vandaag zou je deze aanpak microlearning of blended learning noemen, maar 23 Dingen liep daar in feite op vooruit.

Het succes van het programma beperkte zich niet alleen tot de bibliotheeksector. Door de eenvoud van de formule ontstonden ook varianten in archieven, onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties. Elke sector gaf er zijn eigen inhoudelijke invulling aan, maar het onderliggende principe bleef gelijk: kleine, praktische opdrachten die aanzetten tot experimenteren.

WAAROM HET WERKTE
23 Dingen sloot naadloos aan bij de aard en motivatie van bibliotheekmedewerkers: nieuwsgierig, dienstverlenend en gericht op kennisdeling. Terwijl traditionele trainingen vaak te theoretisch of te technisch waren, bood 23 Dingen juist vrijheid, plezier en directe toepasbaarheid. Belangrijke succesfactoren waren:

● Laagdrempeligheid: deelnemers hadden geen voorkennis nodig en er werd geen ingewikkelde terminologie gebruikt.
● Directe relevantie: elke opdracht had een koppeling met de werkpraktijk.
● Communityvorming: deelnemers leerden met én van elkaar via blogs, bijeenkomsten en sociale media.
● Duurzame leerhouding: het stimuleerde experimenteren en open, onderzoekend werken.

Enkele typische Dingen waren:

● Maak een weblog bij WordPress of Blogger en schrijf een eerste bericht.
● Abonneer je op RSS-feeds en ontdek hoe informatie automatisch binnenkomt.
● Upload een foto naar Flickr en verken Creative Commons-licenties.
● Luister naar een podcast en reflecteer op de inhoud.
● Draag bij aan een wiki en ervaar hoe online kennisdeling werkt.

Door de opdrachten klein en concreet te houden bleven ze behapbaar – zelfs voor medewerkers zonder digitale ervaring.

IMPACT EN INVLOED
Door 23 Dingen startten veel Nederlandse bibliotheken voor het eerst met blogs, socialemediakanalen en digitale publieksprojecten. Deelnemers ontwikkelden op hun beurt dankzij het programma digitale zelfredzaamheid en kregen zo vertrouwen in hun eigen digitale vaardigheden, vaak in een periode waarin de digitale overgang nog nieuw en spannend was. Er ontstond een cultuur van openheid en nieuwsgierigheid, waarin fouten maken mocht. En er ontstonden allerlei netwerken, community’s en contacten tijdens het programma die ook daarna bleven bestaan – sommige zelfs tot op de dag van vandaag. 23 Dingen hielp bibliotheken dus niet alleen met technologie om te gaan, maar ook om een lerende organisatie te worden.

WAAROM HET VERDWEEN – EN WAT BLIJFT
De digitale wereld veranderde in razend tempo. Nieuwe platforms en apps volgden elkaar op, en de oorspronkelijke 23 opdrachten verouderden te snel om zonder intensief onderhoud actueel te blijven. Uiteindelijk werd het programma niet verder geactualiseerd en stopte het aanbod. De methode bleef echter bestaan. Inmiddels is de aanpak van 23 Dingen overal terug te zien: in microlearningmodules, e-learning, badgesystemen, leercommunity’s en informele leertrajecten. Veel organisaties passen de principes nog steeds toe, soms zonder te weten dat ze voortkomen uit dit programma.

NALATENSCHAP EN TOEKOMST
De geest van 23 Dingen is nog altijd waarneembaar – in nieuwsgierig, experimenteel, laagdrempelig en plezierig leren. Het programma herinnert ons eraan dat leren geen verplichting hoeft te zijn, maar dat het een ontdekkingstocht is. Met de uitdagingen van vandaag, zoals AI, digitale ethiek, online veiligheid en mediabewustzijn, is een moderne opvolger misschien wel relevanter dan ooit.

23 Dingen was meer dan een cursus. Het was een beweging. En die beweging leeft nog steeds.

In november 2025 had ik een videocall met Helene Blowers. Ze is inmiddels met pensioen, maar beseft des te meer hoeveel wereldwijde impact 23 Things heeft gehad. Zelf begeleidde ze slechts enkele trajecten; het concept learning by doing verspreidde zich bijna vanzelf. Ze is nog altijd dankbaar dat 23 Things haar de kans heeft gegeven om vele landen te bezoeken en op bibliotheekcongressen te spreken, en voor de vele internationale contacten die het haar heeft opgeleverd.

BIJZONDER PROJECT
De blijvende impact van 23 Dingen
Experimenterend
leren in
de bibliotheek

Jarenlang doorliepen duizenden medewerkers uit Nederlandse bibliotheken het leerprogramma 23 Dingen en ontdekten ze spelenderwijs de mogelijkheden van nieuwe online tools. Hoewel het inmiddels niet meer wordt aangeboden, blijft de geest ervan springlevend. Wat maakte 23 Dingen zo bijzonder? En waarom heeft het programma nog steeds invloed, zelfs nu de digitale wereld er totaal anders uitziet dan toen het werd bedacht?

Door: Rob Coers,
directeur Coers Internet Trainingen & Diensten

Delen van de toenmalige website
zijn terug te vinden bij Internet Archive.

Voor meer beeld 

VAN 23 THINGS NAAR 23 DINGEN
In 2006 ontwikkelde Helene Blowers (Public Library of Charlotte & Mecklenburg County, Verenigde Staten) het oorspronkelijke 23 Things. Met 23 korte, toegankelijke opdrachten wilde ze bibliotheekmedewerkers laten kennismaken met opkomende web 2.0-technologieën, zoals blogs, RSS-feeds, podcasts en sociale media. Deelnemers leerden niet via handleidingen of klassikale trainingen, maar door te experimenteren en hun ervaringen te delen op een persoonlijk blog. Het concept sloeg direct aan en verspreidde zich snel door de VS en vervolgens wereldwijd.

In de jaren dat ik 23 Dingen-trainingen gaf, en ook na de 23 Dingen Deel Dag in de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) in 2011, heb ik uiteenlopende trainingen voor GO opleidingen verzorgd. Een populaire meerdaagse GO-training destijds was Contentcuratie, waarin verschillende Dingen waren verwerkt – denk aan blogs, RSS-feeds, infographics en beeldbewerking. Ook hier ging het om samen experimenteren, weliswaar niet volgens het 23 Dingen-concept, maar wel gewild.

Dingen bij GO

INTRODUCTIE IN NEDERLAND
In 2007 bracht ik het programma naar Nederland; ik vertaalde en adapteerde het voor de openbarebibliotheeksector, waar directies het concept omarmden en duizenden medewerkers enthousiast deelnamen. De werkwijze bleef identiek aan het origineel: lees over een Ding, bekijk voorbeelden, probeer het zelf uit, denk na over toepassingsmogelijkheden binnen jouw bibliotheek en reflecteer in een weblog.

In die periode was ik – van oorsprong informatiespecialist en muziekbibliothecaris – sterk gegrepen door de opkomende wereld van sociale media. Ik gaf trainingen en presentaties en begeleidde talloze bibliotheken in hun leertraject. Met trots kijk ik terug op de impact van het programma en op de pioniers met wie ik samenwerkte en die de digitale sprong durfden te wagen.

Tegelijk zie ik, terugkijkend vanuit het heden, dat de optimistische en onbevangen sfeer van toen niet meer vanzelfsprekend is. We konden niet vermoeden hoe thema’s als online verslaving, sociale vereenzaming, desinformatie en polarisatie de digitale omgeving zouden gaan beïnvloeden. Deze onderwerpen zouden vandaag onmiskenbaar een plek krijgen in een moderne 23 Dingen-training, net als kunstmatige intelligentie, die inmiddels een centrale rol speelt in onze samenleving.

Kickoff 23 Dingen; discussie in subgroepen rondom stellingen

Brainstormen in groepjes

23 Dingen-certificaat in ontvangst genomen bij de OBA

Feestelijke taart
bij de afsluiting van 23 Archiefdingen

LEREN DOOR TE SPELEN
De kracht van 23 Dingen lag in de speelse en laagdrempelige aanpak. Geen klassikale druk of technische drempels, maar:

● Spelend leren: nieuwsgierig ontdekken en fouten durven maken.
● Zelfgestuurd leren: deelnemers bepaalden hun eigen tempo.
● Reflectie: bloggen stimuleerde nadenken, delen en kennisuitwisseling.
● Erkenning: certificaten en badges maakten groei zichtbaar.

De opdrachten waren compact en concreet, meestal niet langer dan een uur werk. Daardoor konden medewerkers tussen hun dagelijkse werkzaamheden door leren zonder extra belastende trainingsuren. Vandaag zou je deze aanpak microlearning of blended learning noemen, maar 23 Dingen liep daar in feite op vooruit.

Het succes van het programma beperkte zich niet alleen tot de bibliotheeksector. Door de eenvoud van de formule ontstonden ook varianten in archieven, onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties. Elke sector gaf er zijn eigen inhoudelijke invulling aan, maar het onderliggende principe bleef gelijk: kleine, praktische opdrachten die aanzetten tot experimenteren.

‘23 Dingen was voor mij het startpunt van mijn zzp-loopbaan: het bewees dat je online en op afstand prima kunt werken én ervan kunt leven. Voor organisaties zoals de Zeeuwse Bibliotheek en het archief zorgde het vooral voor bewustwording en minder weerstand tegen nieuwe ontwikkelingen, met name sociale media. Hoewel veel daarvan later weer wegzakte, werd het wel onderdeel van de communicatiemix. Mensen zelf veranderden natuurlijk niet. Nu zie ik bij AI dezelfde weerstand als destijds bij web 2.0, alleen gaat dit veel sneller. Kunstmatige intelligentie komt vanzelf wel binnen, al zou een nieuwe landelijke cursus zeker geen kwaad kunnen.’

(anno 2025 chef beeldbank bij de Zeeuwse Bibliotheek):

WAAROM HET WERKTE
23 Dingen sloot naadloos aan bij de aard en motivatie van bibliotheekmedewerkers: nieuwsgierig, dienstverlenend en gericht op kennisdeling. Terwijl traditionele trainingen vaak te theoretisch of te technisch waren, bood 23 Dingen juist vrijheid, plezier en directe toepasbaarheid. Belangrijke succesfactoren waren:

● Laagdrempeligheid: deelnemers hadden geen voorkennis nodig en er werd geen ingewikkelde terminologie gebruikt.
● Directe relevantie: elke opdracht had een koppeling met de werkpraktijk.
● Communityvorming: deelnemers leerden met én van elkaar via blogs, bijeenkomsten en sociale media.
● Duurzame leerhouding: het stimuleerde experimenteren en open, onderzoekend werken.

Enkele typische Dingen waren:

● Maak een weblog bij WordPress of Blogger en schrijf een eerste bericht.
● Abonneer je op RSS-feeds en ontdek hoe informatie automatisch binnenkomt.
● Upload een foto naar Flickr en verken Creative Commons-licenties.
● Luister naar een podcast en reflecteer op de inhoud.
● Draag bij aan een wiki en ervaar hoe online kennisdeling werkt.

Door de opdrachten klein en concreet te houden bleven ze behapbaar – zelfs voor medewerkers zonder digitale ervaring.

IMPACT EN BLIJVENDE INVLOED
Door 23 Dingen startten veel Nederlandse bibliotheken voor het eerst met blogs, socialemediakanalen en digitale publieksprojecten. Deelnemers ontwikkelden op hun beurt dankzij het programma digitale zelfredzaamheid en kregen zo vertrouwen in hun eigen digitale vaardigheden, vaak in een periode waarin de digitale overgang nog nieuw en spannend was. Er ontstond een cultuur van openheid en nieuwsgierigheid, waarin fouten maken mocht. En er ontstonden allerlei netwerken, community’s en contacten tijdens het programma die ook daarna bleven bestaan – sommige zelfs tot op de dag van vandaag. 23 Dingen hielp bibliotheken dus niet alleen met technologie om te gaan, maar ook om een lerende organisatie te worden.

‘In 2009 maakte ik via de 23 Dingen-cursus kennis met Twitter. Ruim 15 jaar later kan ik zeggen dat Twitter, naast bloggen, RSS en sociale netwerken, het meest is blijven hangen en mijn leven het meest heeft veranderd, zowel privé als beroepsmatig. Het verbreedde mijn blik, vergrootte mijn wereld en hield me op de hoogte van ontwikkelingen in bibliotheekland en sociale media. Het leverde me bovendien veel waardevolle contacten op, zowel online als in het echt. Dankzij die blijvende interesse in sociale media gaf ik later ook Klik & Tik-cursussen aan ouderen.’

(anno 2025 gepensioneerd,
werkzaam geweest bij Bibliotheek Dommeldal en Bibliotheek Eindhoven):

WAAROM HET VERDWEEN – EN WAT BLIJFT
De digitale wereld veranderde in razend tempo. Nieuwe platforms en apps volgden elkaar op, en de oorspronkelijke 23 opdrachten verouderden te snel om zonder intensief onderhoud actueel te blijven. Uiteindelijk werd het programma niet verder geactualiseerd en stopte het aanbod. De methode bleef echter bestaan. Inmiddels is de aanpak van 23 Dingen overal terug te zien: in microlearningmodules, e-learning, badgesystemen, leercommunity’s en informele leertrajecten. Veel organisaties passen de principes nog steeds toe, soms zonder te weten dat ze voortkomen uit dit programma.

NALATENSCHAP EN TOEKOMST
De geest van 23 Dingen is nog altijd waarneembaar – in nieuwsgierig, experimenteel, laagdrempelig en plezierig leren. Het programma herinnert ons eraan dat leren geen verplichting hoeft te zijn, maar dat het een ontdekkingstocht is. Met de uitdagingen van vandaag, zoals AI, digitale ethiek, online veiligheid en mediabewustzijn, is een moderne opvolger misschien wel relevanter dan ooit.

23 Dingen was meer dan een cursus. Het was een beweging. En die beweging leeft nog steeds.

In november 2025 had ik een videocall met Helene Blowers. Ze is inmiddels met pensioen, maar beseft des te meer hoeveel wereldwijde impact 23 Things heeft gehad. Zelf begeleidde ze slechts enkele trajecten; het concept learning by doing verspreidde zich bijna vanzelf. Ze is nog altijd dankbaar dat 23 Things haar de kans heeft gegeven om vele landen te bezoeken en op bibliotheekcongressen te spreken, en voor de vele internationale contacten die het haar heeft opgeleverd.