Jos Damen
Hoofd bibliotheek & ICT
van het Afrika-Studiecentrum, Universiteit Leiden
BOEKRECENSIE JOS DAMEN
Eind vorig jaar kwamen er twee boeken uit over boeken. Het ene verhaalt over de geschiedenis van het boek, fraai geïllustreerd met foto’s van bibliotheken en met tekeningen. Het andere voorspelt het einde van het boek, maar ook – al in 1895! – de mogelijke komst van ‘het luisterboek, de iPod en de streamingdiensten’. Twee recensies ineen.
HET EINDE VAN HET BOEK
Octave Uzanne & Albert Robida, vertaald door Martin Hulsenboom | Stichting Desiderata | hardback 9789083340210 | € 14,50 | 40 pagina’s
EZELSOREN EN WOLFSTANDEN
De geschiedenis van het boek (800-1500) | Katharina Smeyers | Uitgeverij Sterck & De Vreese | hardback 9789464711127 | € 24,90 | 135 pagina’s
‘In meer dan dertig stukjes geeft Smeyers een prachtig caleidoscopisch beeld van het boekbedrijf gedurende zeven eeuwen’
‘Men zal “fono-operagrafen” op zakformaat produceren die hun nut zullen bewijzen tijdens tochten over het Alpengebergte’
Boeken over boeken zijn het mooist. Twee boeken die eind vorig jaar verschenen, raken binnen dat leuke genre de uitersten van het spectrum. Het eerste boek (Ezelsoren en wolfstanden) is een kleurrijk boek voor het hele gezin. Het onderwerp is verre van gemakkelijk: de geschiedenis van het boek tussen de jaren 800 en 1500, maar Katharina Smeyers, kunsthistoricus en conservator bij de KU Leuven Bibliotheken, heeft duidelijk vaker met dit bijltje gehakt. In meer dan dertig stukjes geeft ze een prachtig caleidoscopisch beeld van het boekbedrijf gedurende die zeven eeuwen. Ze legt netjes uit hoe perkament wordt gemaakt, hoe een miniaturist werkt, wat initialen zijn en wie Gutenberg was. Ze vertelt over lettersnijders en lettergieters, en ze laat de zetter de drukpers in beweging brengen.
VOOR JONG EN OUD
Smeyers vertelt haar verhaal op een manier die zowel voor jonge kinderen als voor ouderen te begrijpen is. Een tekstvoorbeeld: ‘Lapis lazuli is een kostbare halfedelsteen. Als de miniaturist het zuivert en tot poeder maalt, komt er een opvallende, schitterende blauwe kleur tevoorschijn. Dat is ultramarijnblauw. Alleen superrijke klanten kunnen deze kleurstof betalen.’ De verhaaltrant is soms wat simpel, maar stoort niet. Het betoog wordt versterkt door twee soorten afbeeldingen: schitterende foto’s van bibliotheken en manuscripten enerzijds en tekeningen van Joris Snaet anderzijds. De tekeningen versterken de tekst en vergroten de bruikbaarheid voor kinderen.
BOEKDRUKKUNST: CHINA, ARABIË EN AFRIKA
Het boek laat ook mooi de geleidelijke overgang zien van handschriften naar gedrukte boeken. Omdat Smeyers zo veel verschillende onderwerpen beetpakt, kom je al bladerend diverse wetenswaardigheden tegen. Dat kan een stukje over schrijfster Christine de Pizan zijn of over de papiermolen, maar ook een tekst over het ontstaan van ‘papierfabrieken’. In China vindt Ts’ai Lun (Cai Lun) in de tweede eeuw manieren uit om papier te maken. Die uitvinding verspreidt zich over Azië, komt eeuwen later op het Arabisch Schiereiland terecht, en vandaar in Noord-Afrika en Spanje. De rest van Europa volgt pas honderden jaren daarna.
‘FONO-OPERAGRAAF’ ALS IPOD
In 1895 verscheen in de verhalenbundel Contes pour les bibliophiles een bijzondere tekst. Deze tekst, La Fin des livres, was van de hand van Octave Uzanne en Albert Robida. Deze heren waren hun tijd ver vooruit. Zoals Peter IJsenbrant en vertaler Martin Hulsenboom in hun toelichting in Het einde van het boek melden: ‘Uzanne en Robida voorspelden in dit verhaal al in 1895 niet alleen de televisie, maar ook de prototypes van het luisterboek, de iPod en de streamingdiensten.’ Serieus: de ‘fono-operagraaf’ als iPod 105 jaar voor de eerste iPod!
THOMAS EDISON
De kiem voor het verhaal werd gelegd door een ontmoeting van journalist Octave Uzanne met uitvinder Thomas Edison in 1893 in het noordoosten van de Verenigde Staten. Edison legde Uzanne zijn nieuwste uitvindingen uit (onder meer de ‘kinetograaf’) en Uzanne zag de mogelijkheden, maar ook het gevaar: het einde van het boek. In het verhaal komt de iPod, voorspeld dus in 1895, als volgt terug: ‘Thuis of tijdens een wandeling, lopend langs de meest opmerkelijke en pittoreske plekjes, zullen de gelukkige luisteraars het onuitsprekelijke genoegen smaken lichaam en geest met elkaar te verzoenen door tegelijkertijd hun spieren te oefenen en hun intellect te voeden, want men zal “fono-operagrafen” op zakformaat produceren die hun nut zullen bewijzen tijdens tochten over het Alpengebergte of door de canyons van Colorado.’
OPTIMISTEN
De samenstellers van Het einde van het boek zijn optimisten: ‘Zelfs het e-book heeft het gedrukte boek nog niet kunnen verdringen’, melden ze vrolijk. Of, om met de Amerikaanse historicus Robert Darnton te spreken: ‘Inmiddels is het conventionele boek al zo vaak doodverklaard dat het ons niet zou mogen verbazen te constateren dat het in uitstekende gezondheid lijkt te verkeren.’ Deze met liefde gemaakte uitgave is zoals altijd bij Stichting Desiderata weer een prachtig nieuw begin. <
IP | vakblad voor informatieprofessionals | 01 / 2024
BOEKRECENSIE JOS DAMEN
Jos Damen
Hoofd bibliotheek & ICT
van het Afrika-Studiecentrum, Universiteit Leiden
Eind vorig jaar kwamen er twee boeken uit over boeken. Het ene verhaalt over de geschiedenis van het boek, fraai geïllustreerd met foto’s van bibliotheken en met tekeningen. Het andere voorspelt het einde van het boek, maar ook – al in 1895! – de mogelijke komst van ‘het luisterboek, de iPod en de streamingdiensten’. Twee recensies ineen.
HET EINDE VAN HET BOEK
Octave Uzanne & Albert Robida, vertaald door Martin Hulsenboom | Stichting Desiderata | hardback 9789083340210 | € 14,50 | 40 pagina’s
De tekeningen van Joris Snaet versterken de tekst en vergroten de bruikbaarheid voor kinderen.
EZELSOREN EN WOLFSTANDEN
De geschiedenis van het boek (800-1500) | Katharina Smeyers | Uitgeverij Sterck & De Vreese | hardback 9789464711127 | € 24,90 | 135 pagina’s
Boeken over boeken zijn het mooist. Twee boeken die eind vorig jaar verschenen, raken binnen dat leuke genre de uitersten van het spectrum. Het eerste boek (Ezelsoren en wolfstanden) is een kleurrijk boek voor het hele gezin. Het onderwerp is verre van gemakkelijk: de geschiedenis van het boek tussen de jaren 800 en 1500, maar Katharina Smeyers, kunsthistoricus en conservator bij de KU Leuven Bibliotheken, heeft duidelijk vaker met dit bijltje gehakt. In meer dan dertig stukjes geeft ze een prachtig caleidoscopisch beeld van het boekbedrijf gedurende die zeven eeuwen. Ze legt netjes uit hoe perkament wordt gemaakt, hoe een miniaturist werkt, wat initialen zijn en wie Gutenberg was. Ze vertelt over lettersnijders en lettergieters, en ze laat de zetter de drukpers in beweging brengen.
VOOR JONG EN OUD
Smeyers vertelt haar verhaal op een manier die zowel voor jonge kinderen als voor ouderen te begrijpen is. Een tekstvoorbeeld: ‘Lapis lazuli is een kostbare halfedelsteen. Als de miniaturist het zuivert en tot poeder maalt, komt er een opvallende, schitterende blauwe kleur tevoorschijn. Dat is ultramarijnblauw. Alleen superrijke klanten kunnen deze kleurstof betalen.’ De verhaaltrant is soms wat simpel, maar stoort niet. Het betoog wordt versterkt door twee soorten afbeeldingen: schitterende foto’s van bibliotheken en manuscripten enerzijds en tekeningen van Joris Snaet anderzijds. De tekeningen versterken de tekst en vergroten de bruikbaarheid voor kinderen.
BOEKDRUKKUNST: CHINA, ARABIË EN AFRIKA
Het boek laat ook mooi de geleidelijke overgang zien van handschriften naar gedrukte boeken. Omdat Smeyers zo veel verschillende onderwerpen beetpakt, kom je al bladerend diverse wetenswaardigheden tegen. Dat kan een stukje over schrijfster Christine de Pizan zijn of over de papiermolen, maar ook een tekst over het ontstaan van ‘papierfabrieken’. In China vindt Ts’ai Lun (Cai Lun) in de tweede eeuw manieren uit om papier te maken. Die uitvinding verspreidt zich over Azië, komt eeuwen later op het Arabisch Schiereiland terecht, en vandaar in Noord-Afrika en Spanje. De rest van Europa volgt pas honderden jaren daarna.
‘FONO-OPERAGRAAF’ ALS IPOD
In 1895 verscheen in de verhalenbundel Contes pour les bibliophiles een bijzondere tekst. Deze tekst, La Fin des livres, was van de hand van Octave Uzanne en Albert Robida. Deze heren waren hun tijd ver vooruit. Zoals Peter IJsenbrant en vertaler Martin Hulsenboom in hun toelichting in Het einde van het boek melden: ‘Uzanne en Robida voorspelden in dit verhaal al in 1895 niet alleen de televisie, maar ook de prototypes van het luisterboek, de iPod en de streamingdiensten.’ Serieus: de ‘fono-operagraaf’ als iPod 105 jaar voor de eerste iPod!
THOMAS EDISON
De kiem voor het verhaal werd gelegd door een ontmoeting van journalist Octave Uzanne met uitvinder Thomas Edison in 1893 in het noordoosten van de Verenigde Staten. Edison legde Uzanne zijn nieuwste uitvindingen uit (onder meer de ‘kinetograaf’) en Uzanne zag de mogelijkheden, maar ook het gevaar: het einde van het boek. In het verhaal komt de iPod, voorspeld dus in 1895, als volgt terug: ‘Thuis of tijdens een wandeling, lopend langs de meest opmerkelijke en pittoreske plekjes, zullen de gelukkige luisteraars het onuitsprekelijke genoegen smaken lichaam en geest met elkaar te verzoenen door tegelijkertijd hun spieren te oefenen en hun intellect te voeden, want men zal “fono-operagrafen” op zakformaat produceren die hun nut zullen bewijzen tijdens tochten over het Alpengebergte of door de canyons van Colorado.’
OPTIMISTEN
De samenstellers van Het einde van het boek zijn optimisten: ‘Zelfs het e-book heeft het gedrukte boek nog niet kunnen verdringen’, melden ze vrolijk. Of, om met de Amerikaanse historicus Robert Darnton te spreken: ‘Inmiddels is het conventionele boek al zo vaak doodverklaard dat het ons niet zou mogen verbazen te constateren dat het in uitstekende gezondheid lijkt te verkeren.’ Deze met liefde gemaakte uitgave is zoals altijd bij Stichting Desiderata weer een prachtig nieuw begin. <
IP | vakblad voor informatieprofessionals | 01 / 2024