> Project ReVerDi valt onder Future Libraries Lab en wordt gesubsidieerd door het samenwerkende Europese initiatief Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change en Collecting Climate Knowledge for Europe.

Marco Martens
Adviseur Onderzoek Conservering bij de KB, nationale bibliotheek

KB ONDERZOEKSKRONIEK       Marco Martens

Wat is duurzamer: een digitale of een fysieke collectie? Om dat te onderzoeken is afgelopen juni het project ReVerDi van start gegaan. Een samenwerking tussen drie universiteiten en drie nationale bibliotheken, waaronder de KB.

REAL VERSUS DIGITAL:

COLLECTIES
DUURZAME
ONDERZOEK
VAN START

In de rubriek
KB Onderzoekskroniek beschrijven medewerkers
van de afdeling Onderzoek van de KB, nationale bibliotheek
hun resultaten, trends
en vondsten.

‘In het project worden veel data verzameld over zowel de collecties als de randvoorwaarden, zoals het energie- en datagebruik’

‘Van de totale digitale en fysieke situatie brengen de onderzoekers in kaart wat de energiestromen zijn’

Van oudsher verzamelt de KB alles wat er in of over Nederland gepubliceerd wordt. Waren dat voorheen vooral fysieke boeken, kranten en tijdschriften, tegenwoordig verzamelt de nationale bibliotheek ook digitaal. Als er een digitale versie beschikbaar is, bewaren we bij de KB géén fysiek exemplaar meer. Wél maken we van al het fysieke materiaal digitale kopieën om de collecties online toegankelijk te maken. Hoe kan dat op een slimme en duurzame manier?

PROJECT REVERDI
In IP #7-2023 stond het artikel ‘Werken aan duurzaamheid in nationale bibliotheken – meter boekenplank versus gigabyte aan data’. Hierin werd het project ReVerDi (Real Versus Digital) geïntroduceerd, waarin de nationale bibliotheken van drie landen samen met drie universiteiten vergelijkend onderzoek doen naar fysieke en digitale collecties. Omdat dit vergelijken eerlijk moet gebeuren, gaat het onderzoeksproject uit van zowel energiegebruik (en energiekosten) en duurzaamheid (levenscyclusanalyse) als sociaal-culturele ervaringen (beschikbaarheid en toegankelijkheid) en menselijke ervaringen (wat vinden de medewerkers en onze lezers ervan).

TIJDLIJN
In juni 2024 is het project officieel van start gegaan. De British Library werkt daarin samen met de University of Surrey; ze zetten daarbij masterstudenten in. De Schweizerische Nationalbibliothek heeft een samenwerking met de Berner Fachhochschule; sinds september is bij de bibliotheek een postdoc werkzaam. Ook bij de KB wordt met een postdoc gewerkt; deze is verbonden aan de TU Delft en is medio november begonnen. Het project loopt in totaal drie jaar – tot en met mei 2027.

In het project worden veel data verzameld over zowel de collecties als de randvoorwaarden, zoals het energiegebruik door de gebouwen en het datagebruik. Ook worden principediscussies gevoerd: wat onderzoeken we precies en hoe maken we het onderling vergelijkbaar?

BOUWSTENEN
Om te kunnen vergelijken op ‘nationalebibliotheekniveau’ werkt het onderzoek met enkele functionele bouwstenen. Op dit moment zijn er twee gedefinieerd: 1) het totaaloverzicht en 2) kranten.

Van de totale digitale en fysieke situatie brengen de onderzoekers in kaart wat de energiestromen zijn. Hierbij kijken ze naar de gehele levenscyclus, dus inclusief bouw, gebruik en sloop. Voor de KB betekent dat een analyse van zowel het datacenter en het magazijn als de leeszaal met kantoren. Hiermee wordt inzichtelijk wat op dit moment onze impact is op de planeet. De methodiek die hieruit voortvloeit, wordt vervolgens toegepast op de andere nationale bibliotheken die meedoen in het project.

Als het grote geheel bekend is, kan per bibliotheek worden bepaald hoe de onderlinge verhoudingen liggen. Welk percentage van het totaal wordt bijvoorbeeld ingenomen door boeken, door kranten, door e-books et cetera.

KRANTENCOLLECTIE
Gelijktijdig kijken de onderzoekers naar één specifieke stroom: de kranten. Bij de KB verzamelen we deze op stapels. Als een periode kranten compleet is, binden we ze in of verpakken ze in een doos. Ook digitaliseren we ze door per pagina één foto te nemen. Hier worden met behulp van tekstherkenning metadata gecreëerd, zodat de kranten kunnen worden doorzocht. Waar je in de fysieke krantencollectie zelf een specifieke krant, jaargang en datum kunt opvragen, kun je in de digitale krantencollectie heel precies zoeken zonder voorkennis. In het ReVerDi-onderzoek worden beide processen vergeleken, waarbij hier juist die extra bruikbaarheid een groot goed is.

Het plan is om de resultaten de komende jaren te blijven delen in vakblad IP. De KB hoopt tot een afgewogen mix van digitaal en fysiek te komen, waarbij de voordelen van beide zo goed mogelijk worden benut.

Benieuwd naar andere afleveringen van deze rubriek? Je vindt ze in het online archief op informatieprofessional.nl. <

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 09 / 2024

In de rubriek
KB Onderzoekskroniek beschrijven medewerkers
van de afdeling Onderzoek van de KB, nationale bibliotheek
hun resultaten, trends
en vondsten.

KB ONDERZOEKSKRONIEK       Marco Martens

REAL VERSUS DIGITAL:

DUURZAME
ONDERZOEK
COLLECTIES
VAN START

Van oudsher verzamelt de KB alles wat er in of over Nederland gepubliceerd wordt. Waren dat voorheen vooral fysieke boeken, kranten en tijdschriften, tegenwoordig verzamelt de nationale bibliotheek ook digitaal. Als er een digitale versie beschikbaar is, bewaren we bij de KB géén fysiek exemplaar meer. Wél maken we van al het fysieke materiaal digitale kopieën om de collecties online toegankelijk te maken. Hoe kan dat op een slimme en duurzame manier?

PROJECT REVERDI
In IP #7-2023 stond het artikel ‘Werken aan duurzaamheid in nationale bibliotheken – meter boekenplank versus gigabyte aan data’. Hierin werd het project ReVerDi (Real Versus Digital) geïntroduceerd, waarin de nationale bibliotheken van drie landen samen met drie universiteiten vergelijkend onderzoek doen naar fysieke en digitale collecties. Omdat dit vergelijken eerlijk moet gebeuren, gaat het onderzoeksproject uit van zowel energiegebruik (en energiekosten) en duurzaamheid (levenscyclusanalyse) als sociaal-culturele ervaringen (beschikbaarheid en toegankelijkheid) en menselijke ervaringen (wat vinden de medewerkers en onze lezers ervan).

TIJDLIJN
In juni 2024 is het project officieel van start gegaan. De British Library werkt daarin samen met de University of Surrey; ze zetten daarbij masterstudenten in. De Schweizerische Nationalbibliothek heeft een samenwerking met de Berner Fachhochschule; sinds september is bij de bibliotheek een postdoc werkzaam. Ook bij de KB wordt met een postdoc gewerkt; deze is verbonden aan de TU Delft en is medio november begonnen. Het project loopt in totaal drie jaar – tot en met mei 2027.

In het project worden veel data verzameld over zowel de collecties als de randvoorwaarden, zoals het energiegebruik door de gebouwen en het datagebruik. Ook worden principediscussies gevoerd: wat onderzoeken we precies en hoe maken we het onderling vergelijkbaar?

BOUWSTENEN
Om te kunnen vergelijken op ‘nationalebibliotheekniveau’ werkt het onderzoek met enkele functionele bouwstenen. Op dit moment zijn er twee gedefinieerd: 1) het totaaloverzicht en 2) kranten.

Van de totale digitale en fysieke situatie brengen de onderzoekers in kaart wat de energiestromen zijn. Hierbij kijken ze naar de gehele levenscyclus, dus inclusief bouw, gebruik en sloop. Voor de KB betekent dat een analyse van zowel het datacenter en het magazijn als de leeszaal met kantoren. Hiermee wordt inzichtelijk wat op dit moment onze impact is op de planeet. De methodiek die hieruit voortvloeit, wordt vervolgens toegepast op de andere nationale bibliotheken die meedoen in het project.

Als het grote geheel bekend is, kan per bibliotheek worden bepaald hoe de onderlinge verhoudingen liggen. Welk percentage van het totaal wordt bijvoorbeeld ingenomen door boeken, door kranten, door e-books et cetera.

KRANTENCOLLECTIE
Gelijktijdig kijken de onderzoekers naar één specifieke stroom: de kranten. Bij de KB verzamelen we deze op stapels. Als een periode kranten compleet is, binden we ze in of verpakken ze in een doos. Ook digitaliseren we ze door per pagina één foto te nemen. Hier worden met behulp van tekstherkenning metadata gecreëerd, zodat de kranten kunnen worden doorzocht. Waar je in de fysieke krantencollectie zelf een specifieke krant, jaargang en datum kunt opvragen, kun je in de digitale krantencollectie heel precies zoeken zonder voorkennis. In het ReVerDi-onderzoek worden beide processen vergeleken, waarbij hier juist die extra bruikbaarheid een groot goed is.

Het plan is om de resultaten de komende jaren te blijven delen in vakblad IP. De KB hoopt tot een afgewogen mix van digitaal en fysiek te komen, waarbij de voordelen van beide zo goed mogelijk worden benut.

Benieuwd naar andere afleveringen van deze rubriek? Je vindt ze in het online archief op informatieprofessional.nl. <

> Project ReVerDi valt onder Future Libraries Lab en wordt gesubsidieerd door het samenwerkende Europese initiatief Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change en Collecting Climate Knowledge for Europe.

Marco Martens
Adviseur Onderzoek Conservering bij de KB, nationale bibliotheek

Wat is duurzamer: een digitale of een fysieke collectie? Om dat te onderzoeken is afgelopen juni het project ReVerDi van start gegaan. Een samenwerking tussen drie universiteiten en drie nationale bibliotheken, waaronder de KB.

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 09 / 2024