Onderzoek informatievaardigheden hoger onderwijs

INFORMATIEVAARDIGHEDEN       JOSIEN BOETJE

Digitale informatie verwerken

Josien Boetje
Promovendus Digitale Informatievaardigheden en lerarenopleider Digitale Geletterdheid aan de Hogeschool Utrecht (HU)

blijkt zo makkelijk nog niet

Hoe verwerken en presenteren studenten in het hoger onderwijs informatie tijdens een digitale authentieke taak? En welke strategieën voor informatievaardigheden hanteren ze daarbij? Josien Boetje schreef er met vier collega’s een artikel over, dat onlangs is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Computer in Human Behavior Reports. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste bevindingen.

Boetje, J. (2024). The six interrelated activity phases of the iterative information problemsolving process (adapted from Brand-Gruwel et al., 2009)

De nieuwe indeling van fases heeft geleid tot een update van het IPS-I-model van het informatie-vaardighedenproces.

Dit is de Nederlandse samenvatting van het artikel
‘Information problem solving during a digital authentic task:
A thematic analysis of students’ strategies’
(Computers in Human Behavior Reports, 100470, 2024).
Het complete artikel is hier te lezen of te downloaden.

In het digitale tijdperk is ‘information problem solving’, kortweg IPS en in het Nederlands vertaald als ‘informatievaardigheden’, cruciaal voor professionals. Het verwijst naar het vermogen om online informatie effectief te zoeken, te verwerken, te synthetiseren en te presenteren om problemen op te lossen en nieuwe kennis te creëren. Dit artikel onderzoekt hoe studenten in het hoger onderwijs deze vaardigheden toepassen tijdens een digitale authentieke taak: het ontwerpen van een website voor hun toekomstige professionele praktijk. Dit onderzoek is van groot belang omdat studenten, ondanks hun toegang tot digitale bronnen, vaak moeite hebben met de complexere fases van IPS, zoals het verwerken en presenteren van informatie. 

Het doel van het onderzoek is om de strategieën te identificeren die studenten gebruiken tijdens het verwerken en presenteren van informatie, en deze strategieën te categoriseren om beter inzicht te krijgen in hun aanpak en vaardigheden.

ONDERZOEKSOPZET EN METHODOLOGIE
Het onderzoek richt zich specifiek op de fases van het verwerken en presenteren van informatie die in eerdere studies onderbelicht zijn gebleven. Waar veel onderzoek voornamelijk ingaat op de zoek- en selectiefases van IPS-taken, richt ons onderzoek zich op het hele proces, met name op de complexere fases. Door middel van thematische analyse van retrospectieve rapportages van 24 laatstejaars studenten uit het hoger onderwijs, zijn 49 verschillende strategieën geïdentificeerd. Deze strategieën zijn vervolgens gegroepeerd in twaalf activiteiten, verdeeld over drie brede fases: informatie verwerken, informatie synthetiseren en een product creëren.

De studenten werkten gedurende een semester aan een website, een taak die is bedoeld om hen voor te bereiden op hun toekomstige professionele praktijk. Door te observeren hoe studenten informatie verwerken en die gebruiken om een product (in dit geval een website) te creëren, konden we diepgaand inzicht krijgen in hun aanpak en strategieën.

STRATEGIEËN VOOR INFORMATIEVAARDIGHEDEN
De resultaten laten zien dat studenten een breed scala aan strategieën gebruiken, die in drie hoofdcategorieën kunnen worden onderverdeeld. (Het complete overzicht van strategieën is te vinden in het originele artikel).

1 Informatie verwerken
Deze fase omvat de bronnen die de studenten hebben verzameld, geanalyseerd en beoordeeld op hun relevantie en betrouwbaarheid. Vier hoofdactiviteiten zijn binnen deze fase geïdentificeerd:
> Diepgaande analyse: dit betreft het grondig lezen van teksten, vaak meerdere keren, en het markeren van belangrijke stukken informatie.
> Kritische evaluatie: studenten beoordelen de informatie op basis van betrouwbaarheid en toepasbaarheid voor hun taak. Hierbij gebruiken ze vaak verbalisatiestrategieën, zoals het hardop lezen van een tekst om deze beter te begrijpen.
> Extractie: het isoleren van relevante informatie uit een bron is een veelgebruikte strategie. Dit gebeurt door informatie te kopiëren en te plakken, vaak zonder verdere verwerking, of door samenvattingen en overzichten te maken van de meest relevante punten.
> Transformatie: deze activiteit houdt in dat studenten de informatie aanpassen aan hun specifieke doelgroep en doelstellingen door de inhoud te herschrijven, te vertalen of samen te vatten.
Veel van deze strategieën benadrukken dat studenten vaak informatie oppervlakkig verwerken, bijvoorbeeld door letterlijk te kopiëren zonder diepere analyse of transformatie. Tegelijkertijd toont een aantal studenten een diepere interactie met het materiaal door het te transformeren of aan te passen aan hun specifieke taak en publiek.

2 Informatie synthetiseren
In deze fase combineren studenten verschillende bronnen om een samenhangend geheel te creëren. Vier activiteiten zijn binnen deze fase geïdentificeerd:
> Vergelijken en contrasteren: studenten vergelijken verschillende bronnen om overeenkomsten en verschillen te identificeren. Dit doen ze bijvoorbeeld door meerdere browservensters open te houden of fysieke bronnen naast elkaar te leggen.
> Organiseren: studenten structureren de informatie op een logische manier om een coherent verhaal of argument op te bouwen.
> Integreren: het samenvoegen van verschillende stukken informatie tot een geheel blijkt een uitdaging voor veel studenten. Slechts drie studenten passen actieve integratiestrategieën toe, waarbij ze de informatie kort na het lezen samenvatten en uit het hoofd opschrijven.
> Elaboreren: sommige studenten voegen persoonlijke kennis of voorbeelden toe om de informatie te verduidelijken of verder uit te breiden.
De beperkte inzet van integratiestrategieën benadrukt dat veel studenten moeite hebben met het combineren van verschillende bronnen om een samenhangend geheel te creëren. Dit wijst op een mogelijke leemte in hun opleiding, waarin expliciete instructie over het synthetiseren van informatie ontbreekt.

3 Een product creëren
De laatste fase richt zich op het ontwikkelen van het eindproduct. Hier draaien de activiteiten om het ontwerp, de structuur en de revisie van het eindproduct:
> Conceptualiseren: dit houdt in dat studenten nadenken over hoe hun eindproduct eruit moet zien, rekening houdend met hun doelpubliek en de inhoud.
> Outline maken: veel studenten gebruiken sjablonen of bestaande structuren als basis voor hun product. Sommigen maken hun eigen schets van de opzet.
> Ontwerpen: tijdens deze activiteit maken studenten keuzes over de visuele opzet van hun website, zoals kleuren en lettertypen.
> Reviseren: veel studenten besteden aanzienlijke tijd aan het herzien van hun werk, met aandacht voor zowel inhoud als taalgebruik. Het proces omvat ook visuele controle door bijvoorbeeld een preview van hun website te bekijken. Hiernaast herlezen studenten bronnen om de inhoud nogmaals te controleren.
Deze nieuwe indeling van fases heeft geleid tot een update van het IPS-I-model van het informatievaardighedenproces (zie afbeelding).

VERSCHILLENDE AANPAKKEN
Een belangrijke bevinding van het onderzoek is dat studenten verschillende patronen in strategiegebruik volgen. Deze zijn geclassificeerd in drie hoofdtypen:

1 Reproductief
Deze studenten kopiëren vaak direct informatie uit hun bronnen zonder veel aanpassingen. Ze volgen een lineaire benadering waarbij ze informatie uit een bron letterlijk overnemen en die in hun product opnemen zonder veel verwerking. Deze aanpak resulteert vaak in oppervlakkige eindproducten.

2 Ordenend
Studenten in deze groep gaan een stap verder door informatie te rangschikken en soms te herschrijven. Ze combineren stukken informatie, maar voeren slechts beperkte integratie of verdieping uit. Deze aanpak leidt tot een gestructureerder eindproduct, maar zonder diepere verwerking van de informatie.

3 Elaboratief
De meest gevorderde studenten in dit onderzoek nemen de tijd om informatie grondig te analyseren, te evalueren en te transformeren. Zij combineren informatie uit verschillende bronnen en voegen hun eigen inzichten toe om een uniek eindproduct te creëren. Deze aanpak resulteert in originelere en diepgaandere eindproducten.

IMPLICATIES VOOR HET ONDERWIJS
De resultaten van dit onderzoek bieden belangrijke inzichten voor het ontwikkelen van onderwijsstrategieën in het hoger onderwijs. Het onderzoek benadrukt dat studenten baat kunnen hebben bij expliciete instructie in alle fases van het informatievaardighedenproces, vooral in de moeilijkere fases van informatie verwerken en informatie synthetiseren.

1 Op bestaande strategieën voortbouwen
Studenten beschikken vaak al over een breed scala aan strategieën, zelfs zonder expliciete instructie. Het onderwijs kan deze bestaande vaardigheden verder ontwikkelen door studenten te ondersteunen in het uitbreiden van hun strategisch repertoire. Modelleringsactiviteiten, waarbij verschillende benaderingen worden gedemonstreerd, kunnen studenten helpen inzicht te krijgen in wanneer en waarom ze bepaalde strategieën moeten toepassen.

2 Whole-task benadering
Gezien de complexiteit van informatievaardighedentaken is het verstandig om studenten te laten oefenen met realistische, volledige taken. Door taken aan te bieden die meerdere fases omvatten, kunnen studenten het hele proces van informatieverwerking en productcreatie doorlopen, wat hen beter voorbereidt op hun toekomstige professionele carrière.

3 Variatie in taakcontexten
Het is belangrijk dat studenten leren hoe ze hun strategieën kunnen aanpassen aan verschillende contexten en taken. Door hen te laten oefenen met verschillende soorten taken en doelgroepen, ontwikkelen ze flexibiliteit in hun aanpak, wat hen beter voorbereidt op de diversiteit aan uitdagingen in de professionele praktijk. <

‘Veel studenten hebben moeite met het combineren van verschillende bronnen om een samenhangend geheel te creëren’

‘Het wijst op een mogelijke leemte in hun opleiding, waarin expliciete instructie over het synthetiseren van informatie ontbreekt’

‘De meest gevorderde studenten nemen de tijd om informatie grondig te analyseren, te evalueren en te transformeren’

‘Het onderzoek benadrukt dat studenten baat kunnen hebben bij expliciete instructie in alle fases van het informatievaardighedenproces’

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 07 / 2024

Digitale informatie verwerken
blijkt zo makkelijk nog niet

Josien Boetje
Promovendus Digitale Informatievaardigheden en lerarenopleider Digitale Geletterdheid aan de Hogeschool Utrecht (HU)

INFORMATIEVAARDIGHEDEN       JOSIEN BOETJE

Hoe verwerken en presenteren studenten in het hoger onderwijs informatie tijdens een digitale authentieke taak? En welke strategieën voor informatievaardigheden hanteren ze daarbij? Josien Boetje schreef er met vier collega’s een artikel over, dat onlangs is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Computer in Human Behavior Reports. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste bevindingen.

In het digitale tijdperk is ‘information problem solving’, kortweg IPS en in het Nederlands vertaald als ‘informatievaardigheden’, cruciaal voor professionals. Het verwijst naar het vermogen om online informatie effectief te zoeken, te verwerken, te synthetiseren en te presenteren om problemen op te lossen en nieuwe kennis te creëren. Dit artikel onderzoekt hoe studenten in het hoger onderwijs deze vaardigheden toepassen tijdens een digitale authentieke taak: het ontwerpen van een website voor hun toekomstige professionele praktijk. Dit onderzoek is van groot belang omdat studenten, ondanks hun toegang tot digitale bronnen, vaak moeite hebben met de complexere fases van IPS, zoals het verwerken en presenteren van informatie. 

Het doel van het onderzoek is om de strategieën te identificeren die studenten gebruiken tijdens het verwerken en presenteren van informatie, en deze strategieën te categoriseren om beter inzicht te krijgen in hun aanpak en vaardigheden.

ONDERZOEKSOPZET EN METHODOLOGIE
Het onderzoek richt zich specifiek op de fases van het verwerken en presenteren van informatie die in eerdere studies onderbelicht zijn gebleven. Waar veel onderzoek voornamelijk ingaat op de zoek- en selectiefases van IPS-taken, richt ons onderzoek zich op het hele proces, met name op de complexere fases. Door middel van thematische analyse van retrospectieve rapportages van 24 laatstejaars studenten uit het hoger onderwijs, zijn 49 verschillende strategieën geïdentificeerd. Deze strategieën zijn vervolgens gegroepeerd in twaalf activiteiten, verdeeld over drie brede fases: informatie verwerken, informatie synthetiseren en een product creëren.

De studenten werkten gedurende een semester aan een website, een taak die is bedoeld om hen voor te bereiden op hun toekomstige professionele praktijk. Door te observeren hoe studenten informatie verwerken en die gebruiken om een product (in dit geval een website) te creëren, konden we diepgaand inzicht krijgen in hun aanpak en strategieën.

STRATEGIEËN VOOR INFORMATIEVAARDIGHEDEN
De resultaten laten zien dat studenten een breed scala aan strategieën gebruiken, die in drie hoofdcategorieën kunnen worden onderverdeeld. (Het complete overzicht van strategieën is te vinden in het originele artikel).

1 Informatie verwerken
Deze fase omvat de bronnen die de studenten hebben verzameld, geanalyseerd en beoordeeld op hun relevantie en betrouwbaarheid. Vier hoofdactiviteiten zijn binnen deze fase geïdentificeerd:
> Diepgaande analyse: dit betreft het grondig lezen van teksten, vaak meerdere keren, en het markeren van belangrijke stukken informatie.
> Kritische evaluatie: studenten beoordelen de informatie op basis van betrouwbaarheid en toepasbaarheid voor hun taak. Hierbij gebruiken ze vaak verbalisatiestrategieën, zoals het hardop lezen van een tekst om deze beter te begrijpen.
> Extractie: het isoleren van relevante informatie uit een bron is een veelgebruikte strategie. Dit gebeurt door informatie te kopiëren en te plakken, vaak zonder verdere verwerking, of door samenvattingen en overzichten te maken van de meest relevante punten.
> Transformatie: deze activiteit houdt in dat studenten de informatie aanpassen aan hun specifieke doelgroep en doelstellingen door de inhoud te herschrijven, te vertalen of samen te vatten.
Veel van deze strategieën benadrukken dat studenten vaak informatie oppervlakkig verwerken, bijvoorbeeld door letterlijk te kopiëren zonder diepere analyse of transformatie. Tegelijkertijd toont een aantal studenten een diepere interactie met het materiaal door het te transformeren of aan te passen aan hun specifieke taak en publiek.

2 Informatie synthetiseren
In deze fase combineren studenten verschillende bronnen om een samenhangend geheel te creëren. Vier activiteiten zijn binnen deze fase geïdentificeerd:
> Vergelijken en contrasteren: studenten vergelijken verschillende bronnen om overeenkomsten en verschillen te identificeren. Dit doen ze bijvoorbeeld door meerdere browservensters open te houden of fysieke bronnen naast elkaar te leggen.
> Organiseren: studenten structureren de informatie op een logische manier om een coherent verhaal of argument op te bouwen.
> Integreren: het samenvoegen van verschillende stukken informatie tot een geheel blijkt een uitdaging voor veel studenten. Slechts drie studenten passen actieve integratiestrategieën toe, waarbij ze de informatie kort na het lezen samenvatten en uit het hoofd opschrijven.
> Elaboreren: sommige studenten voegen persoonlijke kennis of voorbeelden toe om de informatie te verduidelijken of verder uit te breiden.
De beperkte inzet van integratiestrategieën benadrukt dat veel studenten moeite hebben met het combineren van verschillende bronnen om een samenhangend geheel te creëren. Dit wijst op een mogelijke leemte in hun opleiding, waarin expliciete instructie over het synthetiseren van informatie ontbreekt.

3 Een product creëren
De laatste fase richt zich op het ontwikkelen van het eindproduct. Hier draaien de activiteiten om het ontwerp, de structuur en de revisie van het eindproduct:
> Conceptualiseren: dit houdt in dat studenten nadenken over hoe hun eindproduct eruit moet zien, rekening houdend met hun doelpubliek en de inhoud.
> Outline maken: veel studenten gebruiken sjablonen of bestaande structuren als basis voor hun product. Sommigen maken hun eigen schets van de opzet.
> Ontwerpen: tijdens deze activiteit maken studenten keuzes over de visuele opzet van hun website, zoals kleuren en lettertypen.
> Reviseren: veel studenten besteden aanzienlijke tijd aan het herzien van hun werk, met aandacht voor zowel inhoud als taalgebruik. Het proces omvat ook visuele controle door bijvoorbeeld een preview van hun website te bekijken. Hiernaast herlezen studenten bronnen om de inhoud nogmaals te controleren.
Deze nieuwe indeling van fases heeft geleid tot een update van het IPS-I-model van het informatievaardighedenproces (zie afbeelding).

VERSCHILLENDE AANPAKKEN
Een belangrijke bevinding van het onderzoek is dat studenten verschillende patronen in strategiegebruik volgen. Deze zijn geclassificeerd in drie hoofdtypen:

1 Reproductief
Deze studenten kopiëren vaak direct informatie uit hun bronnen zonder veel aanpassingen. Ze volgen een lineaire benadering waarbij ze informatie uit een bron letterlijk overnemen en die in hun product opnemen zonder veel verwerking. Deze aanpak resulteert vaak in oppervlakkige eindproducten.

2 Ordenend
Studenten in deze groep gaan een stap verder door informatie te rangschikken en soms te herschrijven. Ze combineren stukken informatie, maar voeren slechts beperkte integratie of verdieping uit. Deze aanpak leidt tot een gestructureerder eindproduct, maar zonder diepere verwerking van de informatie.

3 Elaboratief
De meest gevorderde studenten in dit onderzoek nemen de tijd om informatie grondig te analyseren, te evalueren en te transformeren. Zij combineren informatie uit verschillende bronnen en voegen hun eigen inzichten toe om een uniek eindproduct te creëren. Deze aanpak resulteert in originelere en diepgaandere eindproducten.

IMPLICATIES VOOR HET ONDERWIJS
De resultaten van dit onderzoek bieden belangrijke inzichten voor het ontwikkelen van onderwijsstrategieën in het hoger onderwijs. Het onderzoek benadrukt dat studenten baat kunnen hebben bij expliciete instructie in alle fases van het informatievaardighedenproces, vooral in de moeilijkere fases van informatie verwerken en informatie synthetiseren.

1 Op bestaande strategieën voortbouwen
Studenten beschikken vaak al over een breed scala aan strategieën, zelfs zonder expliciete instructie. Het onderwijs kan deze bestaande vaardigheden verder ontwikkelen door studenten te ondersteunen in het uitbreiden van hun strategisch repertoire. Modelleringsactiviteiten, waarbij verschillende benaderingen worden gedemonstreerd, kunnen studenten helpen inzicht te krijgen in wanneer en waarom ze bepaalde strategieën moeten toepassen.

2 Whole-task benadering
Gezien de complexiteit van informatievaardighedentaken is het verstandig om studenten te laten oefenen met realistische, volledige taken. Door taken aan te bieden die meerdere fases omvatten, kunnen studenten het hele proces van informatieverwerking en productcreatie doorlopen, wat hen beter voorbereidt op hun toekomstige professionele carrière.

3 Variatie in taakcontexten
Het is belangrijk dat studenten leren hoe ze hun strategieën kunnen aanpassen aan verschillende contexten en taken. Door hen te laten oefenen met verschillende soorten taken en doelgroepen, ontwikkelen ze flexibiliteit in hun aanpak, wat hen beter voorbereidt op de diversiteit aan uitdagingen in de professionele praktijk. <

Boetje, J. (2024). The six interrelated activity phases of the iterative information problemsolving process (adapted from Brand-Gruwel et al., 2009)

De nieuwe indeling van fases heeft geleid tot een update van het IPS-I-model van het informatie-vaardighedenproces.

Dit is de Nederlandse samenvatting van het artikel ‘Information problem solving during a digital authentic task: A thematic analysis of students’ strategies’ (Computers in Human Behavior Reports, 100470, 2024). Het complete artikel is hier te lezen of te downloaden.

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 07 / 2024