Hoewel het alweer februari is als u dit leest, gebruik ik deze gastcolumn toch voor een terugblik op het dynamische jaar 2021 en een vooruitzicht op het spannende jaar 2022. Met het zo vasthoudende coronavirus, de herhaaldelijke lockdowns en de verscherpte maatschappelijke spanningen was 2021 uiterst turbulent. Politiek stond het bijna geheel in het teken van de langlopende kabinetsformatie: op 15 januari 2021 trad het voltallige kabinet Rutte III af vanwege de toeslagenaffaire en op 15 december 2021 sloten VVD, D66, CDA en CU een nieuw coalitieakkoord als basis voor het kabinet Rutte IV. Voor ik mijn nieuwjaarswens richting het kabinet uitspreek, zet ik eerst de digitale sleutelgebeurtenissen van 2021 op een rij.

Te beginnen met de HOOGTEPUNTEN:
1. De installatie van de nieuwe Tweede Kamercommissie Digitale Zaken. Hoewel de enthousiaste Kamerleden nog zoeken naar hun rol, is deze politieke structuur cruciaal voor meer samenhang in het debat over digitale technologie.
2. De digitale paragraaf in het nieuwe regeerakkoord. Eindelijk serieuze aandacht voor digitalisering! Zo komt er een algoritmewaakhond en worden serieuze stappen gezet op het vlak van digitale weerbaarheid en dataprotectie.
3. De inzet van de Europese Unie voor meer digitale soevereiniteit. Met wetgeving zoals de Digital Markets Act en de Digital Services Act wordt de macht van de bigtech eindelijk begrensd. Bovendien worden stappen gezet om de digitale dominantie van China en de VS het hoofd te bieden.

Helaas waren er ook DIEPTEPUNTEN:
1. De onophoudelijke datazucht van het kabinet. Ondanks de lessen van de toeslagenaffaire is de onrechtstatelijke datawet Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) nog steeds niet van tafel.
2. Geen minister van Digitale Zaken. Liefst vier extra ministers komen er, waaronder een voor stikstof, maar voor digitalisering kon er slechts een halve staatssecretaris van af. Een gemiste kans.
3. De onvolwassen discussie over de digitale infrastructuur. De komst van het Facebook-datacentrum legde pijnlijk bloot dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer vooral de onderbuik laten spreken als het gaat om de – zeker in tijden van corona cruciale – digitale infrastructuur.

TOEKOMSTBESTENDIG BELEID
Wat ik ons land toewens, zou ik willen samenvatten met de term ‘digitale duurzaamheid’. Daarmee bedoel ik doordacht, onderbouwd, samenhangend en dus toekomstbestendig beleid als basis voor een gezonde digitale transformatie en een menselijke samenleving in het digitale tijdperk. Ik hoop van harte dat het nieuwe kabinet in het algemeen en de nieuwe staatssecretaris Digitalisering in het bijzonder inmiddels snel uit de startblokken zijn geschoten.
Hoe dan ook een duurzaam digitaal 2022 gewenst! <

COLUMN      Kees Verhoeven

Digitale duurzaamheid voor Nederland 

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 01 / 2022

COLUMN      Kees Verhoeven

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 01 / 2022

Hoewel het alweer februari is als u dit leest, gebruik ik deze gastcolumn toch voor een terugblik op het dynamische jaar 2021 en een vooruitzicht op het spannende jaar 2022. Met het zo vasthoudende coronavirus, de herhaaldelijke lockdowns en de verscherpte maatschappelijke spanningen was 2021 uiterst turbulent. Politiek stond het bijna geheel in het teken van de langlopende kabinetsformatie: op 15 januari 2021 trad het voltallige kabinet Rutte III af vanwege de toeslagenaffaire en op 15 december 2021 sloten VVD, D66, CDA en CU een nieuw coalitieakkoord als basis voor het kabinet Rutte IV. Voor ik mijn nieuwjaarswens richting het kabinet uitspreek, zet ik eerst de digitale sleutelgebeurtenissen van 2021 op een rij.

Te beginnen met de HOOGTEPUNTEN:
1. De installatie van de nieuwe Tweede Kamercommissie Digitale Zaken. Hoewel de enthousiaste Kamerleden nog zoeken naar hun rol, is deze politieke structuur cruciaal voor meer samenhang in het debat over digitale technologie.
2. De digitale paragraaf in het nieuwe regeerakkoord. Eindelijk serieuze aandacht voor digitalisering! Zo komt er een algoritmewaakhond en worden serieuze stappen gezet op het vlak van digitale weerbaarheid en dataprotectie.
3. De inzet van de Europese Unie voor meer digitale soevereiniteit. Met wetgeving zoals de Digital Markets Act en de Digital Services Act wordt de macht van de bigtech eindelijk begrensd. Bovendien worden stappen gezet om de digitale dominantie van China en de VS het hoofd te bieden.

Helaas waren er ook DIEPTEPUNTEN:
1. De onophoudelijke datazucht van het kabinet. Ondanks de lessen van de toeslagenaffaire is de onrechtstatelijke datawet Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) nog steeds niet van tafel.
2. Geen minister van Digitale Zaken. Liefst vier extra ministers komen er, waaronder een voor stikstof, maar voor digitalisering kon er slechts een halve staatssecretaris van af. Een gemiste kans.
3. De onvolwassen discussie over de digitale infrastructuur. De komst van het Facebook-datacentrum legde pijnlijk bloot dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer vooral de onderbuik laten spreken als het gaat om de – zeker in tijden van corona cruciale – digitale infrastructuur.

TOEKOMSTBESTENDIG BELEID
Wat ik ons land toewens, zou ik willen samenvatten met de term ‘digitale duurzaamheid’. Daarmee bedoel ik doordacht, onderbouwd, samenhangend en dus toekomstbestendig beleid als basis voor een gezonde digitale transformatie en een menselijke samenleving in het digitale tijdperk. Ik hoop van harte dat het nieuwe kabinet in het algemeen en de nieuwe staatssecretaris Digitalisering in het bijzonder inmiddels snel uit de startblokken zijn geschoten.
Hoe dan ook een duurzaam digitaal 2022 gewenst! <

Digitale duurzaamheid voor Nederland