Foto: Kim Krijnen

AUTEURSRECHT       MAARTEN ZEINSTRA

Maarten Zeinstra
Auteursrechtjurist en informatieprofessional, coördinator Auteursrecht KVAN

Waar de erfgoedsector eerder stuitte op juridische obstakels bij het online beschikbaar stellen van zijn collecties, gloort er nu licht aan het einde van de tunnel. Sinds afgelopen zomer is er het Convenant Muziekwerken dat het mogelijk maakt om losstaande muziekwerken die niet langer in de handel zijn beschikbaar te stellen op niet-commerciële websites. En er volgt meer.

Convenant voor muziekwerken

Eindelijk online
muziekcollecties
publiceren

‘Als vergoeding betalen erfgoedinstellingen jaarlijks 130 euro per 120.000 streams aan BumaStemra’

‘Erfgoedinstellingen dienen redelijke inspanningen te leveren om een muziekwerk als “niet meer in de handel” te bestempelen’

De erfgoedsector stuit al geruime tijd op juridische obstakels bij het online beschikbaar stellen van zijn collecties. Hoewel de Auteurswet digitalisering van collecties toestaat, ontbreekt de toestemming om de collecties online toegankelijk te maken. Gedigitaliseerde collecties mogen alleen op zogenaamde ‘terminals’ binnen de instellingen worden getoond. In de huidige tijd wordt dit geïnterpreteerd als ‘het draadloos netwerk’, wat aangeeft hoezeer de wet achterloopt.
Sinds juni 2021 hebben Nederlandse erfgoedinstellingen echter de mogelijkheid om objecten die permanent deel uitmaken van erfgoedcollecties en die niet langer in de handel zijn (out-of-commerce of OOC), beschikbaar te stellen zonder dat hiervoor toestemming nodig is. Hoe zit dat wettelijk? Collectieve beheersorganisaties (CBO’s), zoals Pictoright en BumaStemra, mogen sinds juni 2021 ook makers vertegenwoordigen die geen lid zijn van de CBO. Dit stelt hen in staat toestemming te verlenen (licenties met verruimd effect) voor het gebruik van werken vervaardigd door deze niet-leden. Deze niet-leden mogen wel op elk moment aangeven dat zij niet mee willen werken aan deze licenties.

SPECIALE REGELS VOOR ERFGOED
Voor OOC-werken zijn er in de wet speciale regels opgenomen voor erfgoedinstellingen. Hiervoor moet de CBO voldoende representatief zijn voor makers van het betreffende soort werken. In dat geval kan de CBO een licentie met verruimd effect afgeven. Indien er geen representatieve CBO bestaat, kan de erfgoedinstelling het werk op niet-commerciële websites beschikbaar stellen. In beide gevallen moet de instelling te goeder trouw redelijke inspanningen leveren om vast te stellen dat het materiaal niet meer via gebruikelijke handelskanalen verkrijgbaar is.
Voor elk type werk waarvoor een CBO representatief is, kan zij een licentie verlenen. Dit is echter geen verplichting, en de CBO kan er ook voor kiezen geen licentie aan te bieden. De wet geeft de CBO de mogelijkheid toestemming te geven voor het ‘reproduceren en openbaar maken’ van OOC-werken, met eventuele aanvullende voorwaarden, zoals licentiekosten, beperking op gebruik enzovoort.

DATABANK EUIPO
Om van deze regeling gebruik te maken, moet het object worden geregistreerd in de databank van de European Union Intellectual Property Office (EUIPO). Ook heeft de rechthebbende via deze databank altijd het recht en de mogelijkheid om aan te geven niet te willen meedoen met de regelingen (opt-out). Doet hij dit niet, dan mag het object na een periode van zes maanden beschikbaar worden gesteld. Dit wordt dan volgens de wet niet gezien als inbreuk op het auteursrecht.
De brede erfgoedsector, waaronder KVAN, UKB, FOBID, Beeld & Geluid, KB, EYE en andere, onderhandelt sinds juni 2021 met relevante CBO’s en belangenorganisaties van rechthebbenden. Er zijn concrete gesprekken (geweest) over afzonderlijke muziek, audiovisueel materiaal en periodieken.

LOSSTAANDE MUZIEKWERKEN
Sinds afgelopen zomer is er een convenant voor losstaande muziekwerken: het Convenant Muziekwerken. Dit akkoord met BumaStemra, die de belangen met betrekking tot exploitatie van de werken van componisten, tekstdichters en muziekuitgevers behartigt, kwam tot stand na intensieve gesprekken tussen onder andere de belangenorganisaties van de bibliotheek- en archiefsector en BumaStemra, evenals belangenorganisaties van makers en producenten, zoals Platform Makers en NVPI (brancheorganisatie van de film- en muziekindustrie).
Het resultaat is een uitgebalanceerd convenant dat alle voor het publiek toegankelijke bibliotheken, musea, archieven en instellingen voor cinematografisch of audio(visueel) erfgoed de mogelijkheid biedt om muziekwerken die niet langer in de handel zijn beschikbaar te stellen op niet-commerciële websites. Deze websites omvatten zowel de eigen website van de instelling als samenwerkingsverbanden, zoals Collectie Nederland en Europeana.

‘NIET MEER IN DE HANDEL’
Om van deze regeling gebruik te maken, moet elk muziekwerk in de databank van de EUIPO worden geregistreerd. Erfgoedinstellingen dienen redelijke inspanningen te leveren om een muziekwerk als ‘niet meer in de handel’ te bestempelen. Een muziekwerk wordt redelijkerwijs als zodanig beschouwd wanneer dit niet langer via normale handelskanalen beschikbaar is voor het publiek. De bijlage van het convenant geeft hierbij generieke uitgangspunten: controleer Spotify en YouTube.
Als vergoeding betalen erfgoedinstellingen jaarlijks 130 euro per 120.000 streams aan BumaStemra. Daarnaast moeten ze jaarlijks bij deze organisatie een rapportage indienen met het aantal streams, waarbij (wanneer mogelijk) specifieke gegevens worden vermeld, zoals de naam/titel van het muziekwerk, de namen van de rechthebbende componist(en), tekstschrijver(s) en/of uitvoerende kunstenaar(s), en het bestandsnummer in de OOC-database van de EUIPO.

AV-MATERIAAL EN PERIODIEKEN
We verwachten dit jaar nog vooruitgang te boeken met betrekking tot audiovisueel materiaal, waaronder omroep- en cinematografisch materiaal. Hiervoor streven we naar een soortgelijke constructie als bij het Convenant Muziekwerken. Er lopen ook gesprekken voor alle periodieken, waaronder tijdschriften en kranten. Met afspraken over deze twee aanvullende typen werken zal een aanzienlijk deel van het erfgoed dat momenteel nog niet online beschikbaar kan worden gesteld wel toegankelijk worden. Over andere typen werken wordt nog nagedacht.

NIET VOOR ALLES CONVENANT NODIG
Het is duidelijk dat niet voor alle typen werken een representatieve CBO bestaat voor de makers, en rechten die relevant zijn voor de benodigde licentie. Het Convenant Muziekwerken laat bijvoorbeeld zien dat organisatie Sena niet representatief kan zijn voor werken van uitvoerende kunstenaars die niet langer in de handel zijn. Er zal ook geen convenant zijn voor specifieke categorieën van werken, zoals algemene geluiden, bedrijfsfilms, amateurfilms en reclames. Voor deze werken is geen licentie nodig. Wel moet het werk bij de EUIPO worden geregistreerd en moet er worden voldaan aan de zes maanden wachttijd.

> Wil je meer weten? Mail dan naar auteursrecht@kvan.nl. <

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 07 / 2023

Foto: Kim Krijnen

AUTEURSRECHT       MAARTEN ZEINSTRA

Maarten Zeinstra
Auteursrechtjurist en informatieprofessional, coördinator Auteursrecht KVAN

Convenant voor muziekwerken

Eindelijk online
muziekcollecties
publiceren

Waar de erfgoedsector eerder stuitte op juridische obstakels bij het online beschikbaar stellen van zijn collecties, gloort er nu licht aan het einde van de tunnel. Sinds afgelopen zomer is er het Convenant Muziekwerken dat het mogelijk maakt om losstaande muziekwerken die niet langer in de handel zijn beschikbaar te stellen op niet-commerciële websites. En er volgt meer.

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 07 / 2023

De erfgoedsector stuit al geruime tijd op juridische obstakels bij het online beschikbaar stellen van zijn collecties. Hoewel de Auteurswet digitalisering van collecties toestaat, ontbreekt de toestemming om de collecties online toegankelijk te maken. Gedigitaliseerde collecties mogen alleen op zogenaamde ‘terminals’ binnen de instellingen worden getoond. In de huidige tijd wordt dit geïnterpreteerd als ‘het draadloos netwerk’, wat aangeeft hoezeer de wet achterloopt.
Sinds juni 2021 hebben Nederlandse erfgoedinstellingen echter de mogelijkheid om objecten die permanent deel uitmaken van erfgoedcollecties en die niet langer in de handel zijn (out-of-commerce of OOC), beschikbaar te stellen zonder dat hiervoor toestemming nodig is. Hoe zit dat wettelijk? Collectieve beheersorganisaties (CBO’s), zoals Pictoright en BumaStemra, mogen sinds juni 2021 ook makers vertegenwoordigen die geen lid zijn van de CBO. Dit stelt hen in staat toestemming te verlenen (licenties met verruimd effect) voor het gebruik van werken vervaardigd door deze niet-leden. Deze niet-leden mogen wel op elk moment aangeven dat zij niet mee willen werken aan deze licenties.

SPECIALE REGELS VOOR ERFGOED
Voor OOC-werken zijn er in de wet speciale regels opgenomen voor erfgoedinstellingen. Hiervoor moet de CBO voldoende representatief zijn voor makers van het betreffende soort werken. In dat geval kan de CBO een licentie met verruimd effect afgeven. Indien er geen representatieve CBO bestaat, kan de erfgoedinstelling het werk op niet-commerciële websites beschikbaar stellen. In beide gevallen moet de instelling te goeder trouw redelijke inspanningen leveren om vast te stellen dat het materiaal niet meer via gebruikelijke handelskanalen verkrijgbaar is.
Voor elk type werk waarvoor een CBO representatief is, kan zij een licentie verlenen. Dit is echter geen verplichting, en de CBO kan er ook voor kiezen geen licentie aan te bieden. De wet geeft de CBO de mogelijkheid toestemming te geven voor het ‘reproduceren en openbaar maken’ van OOC-werken, met eventuele aanvullende voorwaarden, zoals licentiekosten, beperking op gebruik enzovoort.

DATABANK EUIPO
Om van deze regeling gebruik te maken, moet het object worden geregistreerd in de databank van de European Union Intellectual Property Office (EUIPO). Ook heeft de rechthebbende via deze databank altijd het recht en de mogelijkheid om aan te geven niet te willen meedoen met de regelingen (opt-out). Doet hij dit niet, dan mag het object na een periode van zes maanden beschikbaar worden gesteld. Dit wordt dan volgens de wet niet gezien als inbreuk op het auteursrecht.
De brede erfgoedsector, waaronder KVAN, UKB, FOBID, Beeld & Geluid, KB, EYE en andere, onderhandelt sinds juni 2021 met relevante CBO’s en belangenorganisaties van rechthebbenden. Er zijn concrete gesprekken (geweest) over afzonderlijke muziek, audiovisueel materiaal en periodieken.

LOSSTAANDE MUZIEKWERKEN
Sinds afgelopen zomer is er een convenant voor losstaande muziekwerken: het Convenant Muziekwerken. Dit akkoord met BumaStemra, die de belangen met betrekking tot exploitatie van de werken van componisten, tekstdichters en muziekuitgevers behartigt, kwam tot stand na intensieve gesprekken tussen onder andere de belangenorganisaties van de bibliotheek- en archiefsector en BumaStemra, evenals belangenorganisaties van makers en producenten, zoals Platform Makers en NVPI (brancheorganisatie van de film- en muziekindustrie).
Het resultaat is een uitgebalanceerd convenant dat alle voor het publiek toegankelijke bibliotheken, musea, archieven en instellingen voor cinematografisch of audio(visueel) erfgoed de mogelijkheid biedt om muziekwerken die niet langer in de handel zijn beschikbaar te stellen op niet-commerciële websites. Deze websites omvatten zowel de eigen website van de instelling als samenwerkingsverbanden, zoals Collectie Nederland en Europeana.

‘NIET MEER IN DE HANDEL’
Om van deze regeling gebruik te maken, moet elk muziekwerk in de databank van de EUIPO worden geregistreerd. Erfgoedinstellingen dienen redelijke inspanningen te leveren om een muziekwerk als ‘niet meer in de handel’ te bestempelen. Een muziekwerk wordt redelijkerwijs als zodanig beschouwd wanneer dit niet langer via normale handelskanalen beschikbaar is voor het publiek. De bijlage van het convenant geeft hierbij generieke uitgangspunten: controleer Spotify en YouTube.
Als vergoeding betalen erfgoedinstellingen jaarlijks 130 euro per 120.000 streams aan BumaStemra. Daarnaast moeten ze jaarlijks bij deze organisatie een rapportage indienen met het aantal streams, waarbij (wanneer mogelijk) specifieke gegevens worden vermeld, zoals de naam/titel van het muziekwerk, de namen van de rechthebbende componist(en), tekstschrijver(s) en/of uitvoerende kunstenaar(s), en het bestandsnummer in de OOC-database van de EUIPO.

AV-MATERIAAL EN PERIODIEKEN
We verwachten dit jaar nog vooruitgang te boeken met betrekking tot audiovisueel materiaal, waaronder omroep- en cinematografisch materiaal. Hiervoor streven we naar een soortgelijke constructie als bij het Convenant Muziekwerken. Er lopen ook gesprekken voor alle periodieken, waaronder tijdschriften en kranten. Met afspraken over deze twee aanvullende typen werken zal een aanzienlijk deel van het erfgoed dat momenteel nog niet online beschikbaar kan worden gesteld wel toegankelijk worden. Over andere typen werken wordt nog nagedacht.

NIET VOOR ALLES CONVENANT NODIG
Het is duidelijk dat niet voor alle typen werken een representatieve CBO bestaat voor de makers, en rechten die relevant zijn voor de benodigde licentie. Het Convenant Muziekwerken laat bijvoorbeeld zien dat organisatie Sena niet representatief kan zijn voor werken van uitvoerende kunstenaars die niet langer in de handel zijn. Er zal ook geen convenant zijn voor specifieke categorieën van werken, zoals algemene geluiden, bedrijfsfilms, amateurfilms en reclames. Voor deze werken is geen licentie nodig. Wel moet het werk bij de EUIPO worden geregistreerd en moet er worden voldaan aan de zes maanden wachttijd.

> Wil je meer weten? Mail dan naar auteursrecht@kvan.nl. <