AI IN HET INFORMATIEDOMEIN (8)       SIMON BEEN

Deel 8
artikelenserie over kunstmatige intelligentie

Met de snelheid
van AI

Simon Been
Directeur van het Papieren Tijger Netwerk en spreker/trainer/auteur over AI in het informatiedomein

Wat is de impact van AI op het informatiedomein? In een reeks artikelen in IP wordt ingegaan op veranderingen in de organisatieprocessen, de informatieprofessie en het persoonlijke informatiewerk ten gevolge van artificial intelligence. Dit is het achtste deel, met focus op de enorme snelheid van de ontwikkelingen.

De lijst is vele malen langer. Wil je weten hoeveel AI-tools er intussen zijn en wat die kunnen, check dan There’s An AI For That (TAAFT) voor een overzicht. Of kijk op AI Search.

OVERZICHT(JE) VAN CHATBOTS

> ChatGPT
> 
Google Gemini
> 
Meta AI
> 
HuggingChat (open source)
> 
Zapier AI Chatbot
> 
Microsoft Copilot (met Bing)
> 
Perplexity
> 
YouChat
> 
KoalaChat
> 
Jasper Chat
> 
MetaGPT
> 
Claude
> 
Ernie Bot
> 
Bloom
> 
Character.ai

Kunstmatige intelligentie stamt al van halverwege de vorige eeuw en heeft vele bedrijfsmatige toepassingen, maar de komst van ChatGPT eind 2022 zorgde voor een doorbraak naar het persoonlijke domein van de burger en de werknemer, en dus ook de informatieprofessional. Het bleef echter niet bij één doorbraak, de ontwikkelingen blijven elkaar opvolgen – soms nauwelijks waargenomen, soms onmiskenbaar, soms pure hype. Het laatste salvo is een paar weken oud, (Chat)GPT-4o, en luidt een nieuw tijdperk in: allround AI. Of zal ik zeggen: empathische AI?

Hoewel OpenAI het zelf niet eens een doorbraak noemt, heeft letterlijk iedereen met een mobiel of personal computer er nu een persoonlijke assistent bij. Ons vertrouwde informatiedomein schudt op zijn grondvesten. ‘Zoeken en vinden’ en ‘met een kapmes wieden door hits’ waren inmiddels al door velen vervangen door ‘vragen en antwoord krijgen’, en daar komen deze AI-ontwikkelingen nog bij. Toch blijven veel informatieprofessionals stoïcijns. Niet onbegrijpelijk. ‘AI lijkt wel het Wilde Westen’, klinkt het vaak. Ook: ‘We kennen de technologische hypes wel’, ‘Ons bordje ligt al zo vol’, ‘Onze werkgever is huiverig’, of: ‘De laatste keer dat ik het probeerde was het flut.’
Tijd voor een herstart aan de hand van de volgende vragen:
> Wat is er gebeurd de laatste paar jaar?
> Waarom gaat het nu zo snel?
> Heb ik daar iets aan?
> Maar eerst: waarom is de publieke opinie zo lauw?

MOEHEID EN SCEPSIS
De landelijke media lijken een beetje AI-moe. Helemaal gek is dat niet. Herinner je je nog Googles spectaculaire video’s van ‘doorbraken’ met hun AI Gemini in december vorig jaar? Dat was groot nieuws. De AI snapte real time wat je tekende, doorzag balletje-balletje en becommentarieerde alles hardop met een normale menselijke stem. Het was zo slim en snel en het stapte volledig uit het stereotype van tekst-antwoorden op tekst-vragen, dat ik die dag op LinkedIn schreef: ‘Is het 1 april? Het wordt met de dag gekker.’ Het was een soort 1 april. De video was zo gemanipuleerd dat je deze eigenlijk fake kunt noemen. Een slechte dag voor AI én voor Google: als zelfs het nieuws over Google dóór Google nep is, hoe kun je dan hun diensten nog vertrouwen?

Het gaat echter dieper dan dat. Reeds voor de komst van ChatGPT en andere chatbots hoorden we over de fouten en vooroordelen van AI. Dat betrof toen nog meestal ‘gewone’ algoritmes waarin mensen verkeerde parameters en instructies hadden gestopt, maar dat zei niemand wat. AI was onbetrouwbaar. Films en media wakkerden die angst verder aan met huiveringwekkende scripts en beelden. Met de ‘alwetende’ chatbots van nu is het probleem van bias en fouten nog veel groter. Dat krijg je als je zo ongeveer het hele internet als trainingsmateriaal gebruikt. Voeg daar vragen over ethiek en privacy aan toe, en een toekomst met AI wordt een horrorscenario. En dan is er ook nog de vraag: wat gebeurt er met mijn baan?

PRAKTISCH NUT
Tegelijk zijn sommige mensen juist uitgesproken enthousiast over AI. Waarom is dat? De belangrijkste reden, zo houd ik me voor, is realiteitszin, maar ongetwijfeld speelt ook optimisme een rol.

De Duitse bondskanselier Helmut Kohl haalde in de jaren tachtig het begrip ‘realpolitik’ uit de mottenballen. Er waren in die tijd zo veel meningen, idealen en ethische overwegingen dat zinvol kiezen onmogelijk werd en elke beslissing omstreden was. Zijn boodschap: richt je op praktische resultaten. Vertaald naar het onderwerp van dit artikel: focus op het praktische nut van AI voor jou en je organisatie. Bovendien: AI ontkennen werkt niet, het verbannen is economische zelfmoord, leren leven met AI is onvermijdelijk en ... er zijn veel voordelen.

AI-REVOLUTIE IN VOGELVLUCHT
We leerden AI kennen via de krantenkoppen over de schaakcomputer Deep Blue (1996) en later de GO-computer AlphaGo (2016), die grootmeesters versloegen. Daarna van schandalen bij de Belastingdienst, Facebook/Cambridge Analytica, Tesla en natuurlijk de opkomst van deepfakes. In 2022 ging ChatGPT publiek. Onder de motorkap, achter de schermen, echter was al heel veel gebeurd. Een tipje van de sluier: toen de Amerikaanse informaticus John McCarthy in 1956 de term ‘artificial intelligence’ introduceerde, voorzag hij al zaken als mens-machinesamenwerking, zelflerende systemen en wat hij noemde ‘artificial general intelligence’: een breed scala aan ‘menselijke’ intellectuele activiteiten uitgevoerd door een computer. Hoewel hij ook ethische vraagstukken voorspelde, werd het pas eng toen Joseph Weizenbaum in 1966 ELIZA presenteerde, een programma dat zich voordeed als psychotherapeut. Het reageerde zo goed op menselijke input en in natuurlijke taal dat mensen er emotioneel aan gehecht raakten. Weizenbaum zelf werd hierdoor AI-criticus: laat sommige taken, gezien de benodigde ethische overwegingen, nooit aan computers over.

DIEPE NEURALE NETWERKEN
ELIZA kon niet ‘denken’, het was echt een programma, maar je kunt een computer wel leren patronen herkennen en complexe problemen oplossen door te leren van data, zo is later gebleken. Namelijk door het menselijke brein te simuleren. De opzienbarende prestaties van een systeem genaamd AlexNet in 2012 inspireerde een golf van R&D in diepe neurale netwerken en daardoor in deep learning, computer vision, spraakherkenning, natuurlijke taalverwerking en zelfs autonoom rijden.

De volgende klapper kwam van Google. In 2017 introduceerde een team van onderzoekers in de Attention is All You Need-paper de zogeheten transformer-architectuur, de basis voor veel huidige AI-modellen. In een keer werden modellen aanzienlijk krachtiger en efficiënter door parallelle verwerking en het toekennen van gewicht aan het belang van de woorden in de context van de hele reeks. Toch konden AI’s nog steeds niet zo ‘menselijk’ communiceren als ELIZA deed, hoe grensverleggend Google ook bezig was.

EN TOEN WAS ER GENERATIEVE AI
Google liet zich vervolgens publiekelijk de kaas van het brood eten door OpenAI en – pijnlijker nog – Microsoft. In november 2022 lanceerde OpenAI ChatGPT, een AI specifiek ontworpen voor het voeren van gesprekken en met een gebruiksvriendelijke interface, de eerste grote AI waarmee je kon chatten. Hoewel er achter de schermen al een miljardendans gaande was om alles te financieren, brak na die lancering de publieke AI-oorlog pas echt uit. Talloze bedrijven en onderzoekers doken erop.

Microsoft speelde een bijzondere rol. Het bedrijf was in die jaren wel actief op het gebied van AI, bijvoorbeeld met Azure, maar had onderschat hoever Google was met generatieve AI en de mogelijke impact daarvan. In 2019 mailde Microsofts chief technology officer aan zijn ceo dat hij plotseling ‘very, very worried’ was over Googles snelgroeiende en ‘scarily good’ AI-capaciteiten. Direct gooiden ze het roer om en investeerde het bedrijf een miljard dollar in OpenAI in ruil voor samenwerking en om ChatGPT te kunnen integreren in hun eigen producten. Later zouden ze daar nog de nodige miljarden aan toevoegen om meer grip te krijgen op OpenAI. Zo was Microsoft weer een AI-speler van formaat, en Google was de ‘volger’ geworden.

MOVE FAST AND BREAK THINGS
Kwam OpenAI zomaar uit de lucht vallen? Niet echt. Tussen 2018 en 2020 brachten ze al GPT-1, -2 en -3 uit, de latere basis van hun eerste chatbot-versie ChatGPT. GPT-3 was het grootste taalmodel ooit. Dat ze zelfs Google voorbij konden streven, had vooral van doen met twee zaken: breinen én geld. Zo was Ilya Sutskever, voordat hij OpenAI oprichtte (naast onder anderen Elon Musk, de financier in die jaren), eerder een van de drie bedenkers van AlexNet. Sinds 2018 werkte hij als chief scientist bij OpenAI onder de grote baas Sam Altman. Hoewel de missie van OpenAI op papier draait om ‘het bevorderen en ontwikkelen van vriendschappelijke AI, op een manier die de mensheid als geheel ten goede komt’, lijkt het in de praktijk meer op ‘move fast and break things’: geen angst om regels te breken of fouten te maken als de groei maar snel genoeg gaat. De idealistische Sutskever nam afgelopen mei niet voor niets ontslag bij OpenAI, en startte niet lang daarna zijn eigen Safe Superintelligence Inc. (SSI).

MEI, ALLE VOGELS LEGGEN EEN AI
Er gebeurde meer in die maand. Google lanceerde een barrage van nieuwe AI-tools en functionaliteiten, zoals Gemini 1.5 Pro en nog meer AI op Google Search. OpenAI introduceerde GPT-4o en ChatGPT-4o, waarbij de o staat voor omni omdat de tool tekst, spraak en video integreert (meer hierover lees je in dit artikel in deze IP). Microsoft kondigde Copilot+ PCs aan, speciaal ontwikkeld voor AI, uiteraard met Windows, maar niet meer draaiend op Intel-chips. En, wat dichter bij huis en in contrast met de dynamische en innovatieve USA, ging het in de EU om wetgeving: de AI Act is nu echt wet.

Dit zijn geen kleine stapjes. Het duidelijkst zie je dat aan de betaalde (en krachtigste) variant van ChatGPT: de Plus-versie. Als je die medio 2023 gebruikte, kreeg je op verzoek de prachtigste quotes uit teksten die helaas geen letterlijke citaten waren. Bovendien was het rekenwerk onbetrouwbaar en de basisinformatie beperkt. Een halfjaar later ging dat stukken beter: de spraakherkenning was bijna perfect, en je kon zowel documenten als afbeeldingen invoeren en laten maken, en zelfs een profiel met persoonlijke context invoeren dat al je chats meer maatwerk maakt.

MONEY MONEY MONEY
Er zijn meerdere redenen waarom de AI-ontwikkelingen zo ongelofelijk snel gaan momenteel. Denk aan de toenemende vraag, de groei van opensource-initiatieven en de doorbraken in efficiency en gebruiksgemak, maar vlak ook de waarschijnlijk belangrijkste factor niet uit: geld. AI’s ontwikkelen vergt ongekende rekenkracht, afkomstig van peperdure chips. Met de investeringen gaan enorme bedragen gemoeid. Je wilt immers niet alleen snel en accuraat zijn, maar bijvoorbeeld ook multimodaal en actueel. Ga er maar aanstaan. De hoeveelheid informatie op deze wereld is niet te bevatten groot, zoals Google goed weet. Niet voor niets pompen zij al vele jaren miljarden in AI. Het lijkt er alleen op dat ze dat bovenal deden met het oog op efficiency en op het behoud van hun traditionele zoekimperium. Een verdienmodel rond een kijkende en pratende AI voor vraag en antwoord was wellicht te ver van hun bed. Daarvoor moesten ze eerst wreed wakker worden geschud. (In zekere zin is die houding vergelijkbaar met de positie van afwachtende organisaties en werknemers anno nu, inclusief informatieprofessionals.)

Want wat staat er op het spel? Wat is het vliegwiel dat deze ontwikkelingen alleen maar zal versterken? Commerciële belangen. De impact van AI op de wereldeconomie wordt niet meer in miljarden geschat, maar in biljoenen. Bedrijven zien concurrentievoordelen: de eerste met AI kan de winnaar zijn, en ook: de laatste met AI kan de verliezer zijn. Dus je moet wel, hoe je het ook bekijkt. Het kan nieuwe markten aanboren, bestaande processen efficiënter maken, persoonlijker klantcontact bieden, nieuwe inzichten in data opleveren et cetera. En overheden en andere instanties? Economisch gezien is elk land ook een bv in concurrentie met andere landen. Geen innoverende bedrijven? Geen banen en belastingen. Dat nog los van de voordelen voor inwoners zoals rond wetenschap, gezondheidszorg en energiebeheer.

WAT SCHIET IK ERMEE OP?
Ik lees wel eens: ‘AI won’t take your job. Some guy that embraces AI will.’ Een nadenkertje. Deze artikelenreeks staat al vol met AI-toepassingen binnen het informatiedomein. Wat dat betreft dus stof genoeg, en houd intussen de golven in de AI-revolutie in de gaten, want daarmee komen vaak nieuwe parels bovendrijven. Mocht je bijvoorbeeld werken met historische of actuele audio- en videodocumenten, dan kan ChatGPT-4o deze analyseren op objecten, activiteiten en belangrijke uitspraken, daarover rapporteren, samenvattingen maken en metadata genereren. Toch een leuk gratis cadeautje.

Zoals al eerder in deze serie beschreven pleit ik voor geleide bewustwording en voor het vermijden van voorspelbare valkuilen. Ik adviseer vakgenoten om ChatGPT & Co sowieso uit te proberen als sparringpartner en persoonlijk assistent, en als je dat onder de knie hebt, het in te zetten als tool voor specifieke taken en vraagstukken, en na te denken over nieuwe rollen en misschien zelfs ambities voor de toekomst. Mijmer erover, discussieer en laat je niet weerhouden. Doe het vooral met je team, ga samen op die ontdekkingsreis. Laat je uitdagen en inspireren. Lees. Luister. Kijk.

Disclaimer:
Waarom heb ik het niet over de ontwikkelingen die puur gericht zijn op het genereren van beeld en video? Dat is omdat het AI-terrein erg groot en complex is (het aantal bedrijven, apps, webservices en toepassingen is immens en wisselt continu). En omdat veel mensen in het veld nog vrij blanco zijn als het gaat om AI of beperkte praktische ervaring ermee hebben. Dan is het logischer om te beginnen met de algemene tools die in de praktijk het meest bruikbaar zijn. <

‘AI was onbetrouwbaar. Films en media wakkerden die angst verder aan met huiveringwekkende scripts en beelden’

‘ELIZA-bedenker Weizenbaum werd zelf AI-criticus: laat sommige taken, gezien de benodigde ethische overwegingen, nooit aan computers over’

‘AI ontkennen werkt niet, het verbannen is economische zelfmoord, leren leven met AI is onvermijdelijk en er zijn veel voordelen’

‘Kwam OpenAI zomaar uit de lucht vallen? Niet echt. Tussen 2018 en 2020 brachten ze al GPT-1, -2 en -3 uit, het laatste het grootste taalmodel ooit’

‘Commerciële belangen zijn het vliegwiel dat deze snelle ontwikkelingen in AI alleen maar zal versterken’

‘De eerste met AI kan de winnaar zijn, en ook: de laatste met AI kan de verliezer zijn. Dus je moet wel, hoe je het ook bekijkt’

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 05 / 2024

Deel 8
artikelenserie over kunstmatige intelligentie

Met de snelheid
van AI

Simon Been
Directeur van het Papieren Tijger Netwerk en spreker/trainer/auteur over AI in het informatiedomein

AI IN HET INFORMATIEDOMEIN (8)       SIMON BEEN

Wat is de impact van AI op het informatiedomein? In een reeks artikelen in IP wordt ingegaan op veranderingen in de organisatieprocessen, de informatieprofessie en het persoonlijke informatiewerk ten gevolge van artificial intelligence. Dit is het achtste deel, met focus op de enorme snelheid van de ontwikkelingen.

De lijst is vele malen langer. Wil je weten hoeveel AI-tools er intussen zijn en wat die kunnen, check dan There’s An AI For That (TAAFT) voor een overzicht. Of kijk op AI Search.

OVERZICHT(JE) VAN CHATBOTS

> ChatGPT
> 
Google Gemini
> 
Meta AI
> 
HuggingChat (open source)
> 
Zapier AI Chatbot
> 
Microsoft Copilot (met Bing)
> 
Perplexity
> 
YouChat
> 
KoalaChat
> 
Jasper Chat
> 
MetaGPT
> 
Claude
> 
Ernie Bot
> 
Bloom
> 
Character.ai

Kunstmatige intelligentie stamt al van halverwege de vorige eeuw en heeft vele bedrijfsmatige toepassingen, maar de komst van ChatGPT eind 2022 zorgde voor een doorbraak naar het persoonlijke domein van de burger en de werknemer, en dus ook de informatieprofessional. Het bleef echter niet bij één doorbraak, de ontwikkelingen blijven elkaar opvolgen – soms nauwelijks waargenomen, soms onmiskenbaar, soms pure hype. Het laatste salvo is een paar weken oud, (Chat)GPT-4o, en luidt een nieuw tijdperk in: allround AI. Of zal ik zeggen: empathische AI?

Hoewel OpenAI het zelf niet eens een doorbraak noemt, heeft letterlijk iedereen met een mobiel of personal computer er nu een persoonlijke assistent bij. Ons vertrouwde informatiedomein schudt op zijn grondvesten. ‘Zoeken en vinden’ en ‘met een kapmes wieden door hits’ waren inmiddels al door velen vervangen door ‘vragen en antwoord krijgen’, en daar komen deze AI-ontwikkelingen nog bij. Toch blijven veel informatieprofessionals stoïcijns. Niet onbegrijpelijk. ‘AI lijkt wel het Wilde Westen’, klinkt het vaak. Ook: ‘We kennen de technologische hypes wel’, ‘Ons bordje ligt al zo vol’, ‘Onze werkgever is huiverig’, of: ‘De laatste keer dat ik het probeerde was het flut.’
Tijd voor een herstart aan de hand van de volgende vragen:
> Wat is er gebeurd de laatste paar jaar?
> Waarom gaat het nu zo snel?
> Heb ik daar iets aan?
> Maar eerst: waarom is de publieke opinie zo lauw?

MOEHEID EN SCEPSIS
De landelijke media lijken een beetje AI-moe. Helemaal gek is dat niet. Herinner je je nog Googles spectaculaire video’s van ‘doorbraken’ met hun AI Gemini in december vorig jaar? Dat was groot nieuws. De AI snapte real time wat je tekende, doorzag balletje-balletje en becommentarieerde alles hardop met een normale menselijke stem. Het was zo slim en snel en het stapte volledig uit het stereotype van tekst-antwoorden op tekst-vragen, dat ik die dag op LinkedIn schreef: ‘Is het 1 april? Het wordt met de dag gekker.’ Het was een soort 1 april. De video was zo gemanipuleerd dat je deze eigenlijk fake kunt noemen. Een slechte dag voor AI én voor Google: als zelfs het nieuws over Google dóór Google nep is, hoe kun je dan hun diensten nog vertrouwen?

Het gaat echter dieper dan dat. Reeds voor de komst van ChatGPT en andere chatbots hoorden we over de fouten en vooroordelen van AI. Dat betrof toen nog meestal ‘gewone’ algoritmes waarin mensen verkeerde parameters en instructies hadden gestopt, maar dat zei niemand wat. AI was onbetrouwbaar. Films en media wakkerden die angst verder aan met huiveringwekkende scripts en beelden. Met de ‘alwetende’ chatbots van nu is het probleem van bias en fouten nog veel groter. Dat krijg je als je zo ongeveer het hele internet als trainingsmateriaal gebruikt. Voeg daar vragen over ethiek en privacy aan toe, en een toekomst met AI wordt een horrorscenario. En dan is er ook nog de vraag: wat gebeurt er met mijn baan?

PRAKTISCH NUT
Tegelijk zijn sommige mensen juist uitgesproken enthousiast over AI. Waarom is dat? De belangrijkste reden, zo houd ik me voor, is realiteitszin, maar ongetwijfeld speelt ook optimisme een rol.

De Duitse bondskanselier Helmut Kohl haalde in de jaren tachtig het begrip ‘realpolitik’ uit de mottenballen. Er waren in die tijd zo veel meningen, idealen en ethische overwegingen dat zinvol kiezen onmogelijk werd en elke beslissing omstreden was. Zijn boodschap: richt je op praktische resultaten. Vertaald naar het onderwerp van dit artikel: focus op het praktische nut van AI voor jou en je organisatie. Bovendien: AI ontkennen werkt niet, het verbannen is economische zelfmoord, leren leven met AI is onvermijdelijk en ... er zijn veel voordelen.

AI-REVOLUTIE IN VOGELVLUCHT
We leerden AI kennen via de krantenkoppen over de schaakcomputer Deep Blue (1996) en later de GO-computer AlphaGo (2016), die grootmeesters versloegen. Daarna van schandalen bij de Belastingdienst, Facebook/Cambridge Analytica, Tesla en natuurlijk de opkomst van deepfakes. In 2022 ging ChatGPT publiek. Onder de motorkap, achter de schermen, echter was al heel veel gebeurd. Een tipje van de sluier: toen de Amerikaanse informaticus John McCarthy in 1956 de term ‘artificial intelligence’ introduceerde, voorzag hij al zaken als mens-machinesamenwerking, zelflerende systemen en wat hij noemde ‘artificial general intelligence’: een breed scala aan ‘menselijke’ intellectuele activiteiten uitgevoerd door een computer. Hoewel hij ook ethische vraagstukken voorspelde, werd het pas eng toen Joseph Weizenbaum in 1966 ELIZA presenteerde, een programma dat zich voordeed als psychotherapeut. Het reageerde zo goed op menselijke input en in natuurlijke taal dat mensen er emotioneel aan gehecht raakten. Weizenbaum zelf werd hierdoor AI-criticus: laat sommige taken, gezien de benodigde ethische overwegingen, nooit aan computers over.

DIEPE NEURALE NETWERKEN
ELIZA kon niet ‘denken’, het was echt een programma, maar je kunt een computer wel leren patronen herkennen en complexe problemen oplossen door te leren van data, zo is later gebleken. Namelijk door het menselijke brein te simuleren. De opzienbarende prestaties van een systeem genaamd AlexNet in 2012 inspireerde een golf van R&D in diepe neurale netwerken en daardoor in deep learning, computer vision, spraakherkenning, natuurlijke taalverwerking en zelfs autonoom rijden.

De volgende klapper kwam van Google. In 2017 introduceerde een team van onderzoekers in de Attention is All You Need-paper de zogeheten transformer-architectuur, de basis voor veel huidige AI-modellen. In een keer werden modellen aanzienlijk krachtiger en efficiënter door parallelle verwerking en het toekennen van gewicht aan het belang van de woorden in de context van de hele reeks. Toch konden AI’s nog steeds niet zo ‘menselijk’ communiceren als ELIZA deed, hoe grensverleggend Google ook bezig was.

EN TOEN WAS ER GENERATIEVE AI
Google liet zich vervolgens publiekelijk de kaas van het brood eten door OpenAI en – pijnlijker nog – Microsoft. In november 2022 lanceerde OpenAI ChatGPT, een AI specifiek ontworpen voor het voeren van gesprekken en met een gebruiksvriendelijke interface, de eerste grote AI waarmee je kon chatten. Hoewel er achter de schermen al een miljardendans gaande was om alles te financieren, brak na die lancering de publieke AI-oorlog pas echt uit. Talloze bedrijven en onderzoekers doken erop.

Microsoft speelde een bijzondere rol. Het bedrijf was in die jaren wel actief op het gebied van AI, bijvoorbeeld met Azure, maar had onderschat hoever Google was met generatieve AI en de mogelijke impact daarvan. In 2019 mailde Microsofts chief technology officer aan zijn ceo dat hij plotseling ‘very, very worried’ was over Googles snelgroeiende en ‘scarily good’ AI-capaciteiten. Direct gooiden ze het roer om en investeerde het bedrijf een miljard dollar in OpenAI in ruil voor samenwerking en om ChatGPT te kunnen integreren in hun eigen producten. Later zouden ze daar nog de nodige miljarden aan toevoegen om meer grip te krijgen op OpenAI. Zo was Microsoft weer een AI-speler van formaat, en Google was de ‘volger’ geworden.

MOVE FAST AND BREAK THINGS
Kwam OpenAI zomaar uit de lucht vallen? Niet echt. Tussen 2018 en 2020 brachten ze al GPT-1, -2 en -3 uit, de latere basis van hun eerste chatbot-versie ChatGPT. GPT-3 was het grootste taalmodel ooit. Dat ze zelfs Google voorbij konden streven, had vooral van doen met twee zaken: breinen én geld. Zo was Ilya Sutskever, voordat hij OpenAI oprichtte (naast onder anderen Elon Musk, de financier in die jaren), eerder een van de drie bedenkers van AlexNet. Sinds 2018 werkte hij als chief scientist bij OpenAI onder de grote baas Sam Altman. Hoewel de missie van OpenAI op papier draait om ‘het bevorderen en ontwikkelen van vriendschappelijke AI, op een manier die de mensheid als geheel ten goede komt’, lijkt het in de praktijk meer op ‘move fast and break things’: geen angst om regels te breken of fouten te maken als de groei maar snel genoeg gaat. De idealistische Sutskever nam afgelopen mei niet voor niets ontslag bij OpenAI, en startte niet lang daarna zijn eigen Safe Superintelligence Inc. (SSI).

MEI, ALLE VOGELS LEGGEN EEN AI
Er gebeurde meer in die maand. Google lanceerde een barrage van nieuwe AI-tools en functionaliteiten, zoals Gemini 1.5 Pro en nog meer AI op Google Search. OpenAI introduceerde GPT-4o en ChatGPT-4o, waarbij de o staat voor omni omdat de tool tekst, spraak en video integreert (meer hierover lees je in dit artikel in deze IP). Microsoft kondigde Copilot+ PCs aan, speciaal ontwikkeld voor AI, uiteraard met Windows, maar niet meer draaiend op Intel-chips. En, wat dichter bij huis en in contrast met de dynamische en innovatieve USA, ging het in de EU om wetgeving: de AI Act is nu echt wet.

Dit zijn geen kleine stapjes. Het duidelijkst zie je dat aan de betaalde (en krachtigste) variant van ChatGPT: de Plus-versie. Als je die medio 2023 gebruikte, kreeg je op verzoek de prachtigste quotes uit teksten die helaas geen letterlijke citaten waren. Bovendien was het rekenwerk onbetrouwbaar en de basisinformatie beperkt. Een halfjaar later ging dat stukken beter: de spraakherkenning was bijna perfect, en je kon zowel documenten als afbeeldingen invoeren en laten maken, en zelfs een profiel met persoonlijke context invoeren dat al je chats meer maatwerk maakt.

MONEY MONEY MONEY
Er zijn meerdere redenen waarom de AI-ontwikkelingen zo ongelofelijk snel gaan momenteel. Denk aan de toenemende vraag, de groei van opensource-initiatieven en de doorbraken in efficiency en gebruiksgemak, maar vlak ook de waarschijnlijk belangrijkste factor niet uit: geld. AI’s ontwikkelen vergt ongekende rekenkracht, afkomstig van peperdure chips. Met de investeringen gaan enorme bedragen gemoeid. Je wilt immers niet alleen snel en accuraat zijn, maar bijvoorbeeld ook multimodaal en actueel. Ga er maar aanstaan. De hoeveelheid informatie op deze wereld is niet te bevatten groot, zoals Google goed weet. Niet voor niets pompen zij al vele jaren miljarden in AI. Het lijkt er alleen op dat ze dat bovenal deden met het oog op efficiency en op het behoud van hun traditionele zoekimperium. Een verdienmodel rond een kijkende en pratende AI voor vraag en antwoord was wellicht te ver van hun bed. Daarvoor moesten ze eerst wreed wakker worden geschud. (In zekere zin is die houding vergelijkbaar met de positie van afwachtende organisaties en werknemers anno nu, inclusief informatieprofessionals.)

Want wat staat er op het spel? Wat is het vliegwiel dat deze ontwikkelingen alleen maar zal versterken? Commerciële belangen. De impact van AI op de wereldeconomie wordt niet meer in miljarden geschat, maar in biljoenen. Bedrijven zien concurrentievoordelen: de eerste met AI kan de winnaar zijn, en ook: de laatste met AI kan de verliezer zijn. Dus je moet wel, hoe je het ook bekijkt. Het kan nieuwe markten aanboren, bestaande processen efficiënter maken, persoonlijker klantcontact bieden, nieuwe inzichten in data opleveren et cetera. En overheden en andere instanties? Economisch gezien is elk land ook een bv in concurrentie met andere landen. Geen innoverende bedrijven? Geen banen en belastingen. Dat nog los van de voordelen voor inwoners zoals rond wetenschap, gezondheidszorg en energiebeheer.

WAT SCHIET IK ERMEE OP?
Ik lees wel eens: ‘AI won’t take your job. Some guy that embraces AI will.’ Een nadenkertje. Deze artikelenreeks staat al vol met AI-toepassingen binnen het informatiedomein. Wat dat betreft dus stof genoeg, en houd intussen de golven in de AI-revolutie in de gaten, want daarmee komen vaak nieuwe parels bovendrijven. Mocht je bijvoorbeeld werken met historische of actuele audio- en videodocumenten, dan kan ChatGPT-4o deze analyseren op objecten, activiteiten en belangrijke uitspraken, daarover rapporteren, samenvattingen maken en metadata genereren. Toch een leuk gratis cadeautje.

Zoals al eerder in deze serie beschreven pleit ik voor geleide bewustwording en voor het vermijden van voorspelbare valkuilen. Ik adviseer vakgenoten om ChatGPT & Co sowieso uit te proberen als sparringpartner en persoonlijk assistent, en als je dat onder de knie hebt, het in te zetten als tool voor specifieke taken en vraagstukken, en na te denken over nieuwe rollen en misschien zelfs ambities voor de toekomst. Mijmer erover, discussieer en laat je niet weerhouden. Doe het vooral met je team, ga samen op die ontdekkingsreis. Laat je uitdagen en inspireren. Lees. Luister. Kijk.

Disclaimer:
Waarom heb ik het niet over de ontwikkelingen die puur gericht zijn op het genereren van beeld en video? Dat is omdat het AI-terrein erg groot en complex is (het aantal bedrijven, apps, webservices en toepassingen is immens en wisselt continu). En omdat veel mensen in het veld nog vrij blanco zijn als het gaat om AI of beperkte praktische ervaring ermee hebben. Dan is het logischer om te beginnen met de algemene tools die in de praktijk het meest bruikbaar zijn. <

IP | vakblad voor informatieprofessionals | 05 / 2024